394 14 DECEMBER 1949 voor wat het is. Bij de artikdlsgewijze behandeling zal wel nader blijken in hoeverre ik of mijn fractiegenoten de taart anders ver deeld willen zien, maar dit wil ik alvast nu wel zeggen, dat mijn fractie er niet zonder meer genoegen mee neemt, dat de bouw en inrichting van een tweede badhuis met het oog op de kosten achterwege moet blijven. Nota bene, de raad heeft zich op voor stel van het college voor jaren vastgelegd aan een subsidie aan het Brabants Orkest van f 30.000 en nu zou er geen geld meer zijn om een tweede badhuis te bouwen en te exploiteren. Mijnheer de Voorzitter. Er zijn nog een aantal andere punten, waaromtrent het verleidelijk is deze in de algemene beschouwin gen te betrekken, zoals de oprichting van een of meer washuizen, het langzamerhand beroemd wordende familiebad, de toepassing van het colportageverbod, de subsidiëring van verschillende in stellingen, het onderwijs in het algemeen en het Openbaar Lager en het Kleuteronderwijs in het bijzonder, maar ik zal die ver leiding weerstaan om het kruit droog te houden voor de artikels- gewijze behandeling. Resten mij nog een tweetal punten van algemene betekenis. In de eerste plaats het feit, dat Burgemeester en Wethouders geen overzicht hebben gegeven van de werken, waarvoor reeds crediet werd toegestaan, doch welke nog niet zijn uitgevoerd. De raad heeft in de loop van het jaar zoveel credieten toegestaan, dat het niet doenlijk is dat ieder van ons daarvan nog een overzicht heeft. Wel wordt, en terecht, een post geraamd voor rente en eerste aflossing op de geldleningen, welke ter zake zullen moeten v/orden aangegaan, maar een specificatie van deze post ware geen luxe geweest. In geen geval wens ik in deze post een machtiging aan het col lege te zien om daaruit uitgaven te bestrijden, waarvoor geen crediet is verleend en evenmin voor uitgaven, waarmede deze credieten eventueel worden overschreden. Vanzelf rijst de vraag, wat Burgemeester en Wethouders voor verdere plannen hebben, waarmede kapitaalsuitgaven gemoeid zullen zijn. Op de kapitaal- dienst zijn hiervoor geen gelden uitgetrokken en de gewone be groting laat geen ruimte meer voor rente en eerste aflossing van kapitaalsuitgaven in 1950, andere dan waarvoor reeds credieten zijn toegestaan. Moet ik daaruit afleiden, dat er niets meer in petto is of dat alles, wat in 1950 zal worden voorgesteld, voor wat het financiële gedeelte betreft, tot 1951 wordt verschoven Zo ja, dan is dit een gevaarlijk spel, omdat het lang niet zeker is dat 1951 die meerdere lasten zal kunnen dragen. Ik acht het gewenst, dat Burgemeester en Wethouders gaan plannen, zowel voor 1950, als dit nog niet gebeurd is, alsook voor de eerste jaren daarna, en het resultaat van de planning aan de raad voorlegger.. Hoewel voorstanders van planning, is dit geen uitvinding van de Partij v. d. Arbeid. U hebt, Mijnheer de Voorzitter, en m.i. terecht, on langs nog gezegd dat U zich beschouwde als een leidend figuur in een grote N.V. Welnu, elke N.V. van betekenis maakt haar plannen vooruit, binnen het raam van de mogelijkheden en per spectieven in de naaste toekomst. Wanneer dit voor de gemeente als een grote N.V. ook geschiedt, doet men slechts wat in het bedrijfsleven vanzelfsprekend is en behoeft men geen vrees te hebben daarmede in socialistisch vaarwater verzeild te geraken, wat ik overigens op zichzelf niet zou betreuren. Of zijn Burgemeester en Wethouders voornemens om, evenals in dit begrotingsjaar is gebeurd, incidenteel te blijven doorgaan

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1949 | | pagina 394