396
14 DECEMBER 1949
De heer VAN KAMPEN zegt het volgende:
Mijnheer de Voorzitter. Een woord van bijzondere dank wordt
gebracht ook mede namens mijn collega, de heer van Oyen, voor
het gevoerde beleid in het nu bijna vervlogen jaar. De verhouding
van het College van B. en W. tot de Raad is van aangename aard
geweest en de manier waarop het College zich plaatst boven de
partijen is lofwaardig" te noemen.
Wij denken hierbij aan de loyale medewerking tot de bouw en
de opening van de Prinses Julianaschool en de openstelling van
het Hervormd Kleuterschooltje in de Belcrumpolder.
Als een kenmerk van krachtig beleid en succesvolle bespreking
moge gelden, dat de K.M.A. terugkwam en dat het Valkenberg
in zijn ongerepte schoonheid voor de gemeente behouden bleef.
Dit zijn enkele grepen, die met zeer vele te vermeerderen zou
den zijn, doch die alle op te noemen, zou het karakter aan de al
gemene beschouwing ontnemen.
Tegenover het vele goede in onze gemeentelijke samenleving
zijn. evenwel nog zovele minder goede factoren, die om een oplos
sing roepen. Eén der meest op de voorgrond tredende zou te noe
men zijn, het nog steeds onopgeloste verkeersvraagstuk in de
binnenstad. Waarom wordt nog steeds de weg achter de Lange
Stallen niet vrijgegeven voor het benauwend verkeer in de Eind-
straat en de Ginnekenstraat.
Een woord van lof komt zeer zeker toe aan het College van
Burgemeester en Wethouders en de daarbij betrokken zijnde amb
tenaren voor het gevoerde financieel beleid, evenals het vorig jaar
is het gelukt de begroting sluitend te krijgen, hoewel er aan moet
worden toegevoegd, dat wij reeds enkele malen een waarschuwing
van de Wethouder van Financiën te incasseren kregen, namelijk
om ervoor te zorgen, dat we niet weder onder curatele van Ge
deputeerden komen.
Deze waarschuwing is zeker niet overbodig te noemen, als we
bedenken, dat wij in tegenstelling met het vorig jaar geen reser
vering op de begroting krijgen konden.
Klemmend is dit vooral als we bedenken, dat er binnen zeer
korte tijd grote, niet rendabele investeringen aan de Raad zullen
worden gevraagd, voor waterzuiverings-installatie en voor andere
doeleinden, welke in een sterk uitbreidende stad om de voorrang
strijden.
Aangenomen, dat de gemeentelijke financiën, om welke reden
dan ook, niet teruglopen, dan nog zullen wij steeds voor ogen
moeten houden, dat, gezien de klimmende uitgaven der gemeente,
de inkomsten, indien mogelijk, naar rato verhoogd moeten wor
den.
Een tweetal middelen daartoe zijn, zo al niet de enige, dan toch
de meest voor de hand liggende, t.w. het lokken van nieuwe in-
dustriën, en het aantrekken van toerisme. Hoewel moet worden
toegegeven, dat beide middelen niet verzuimd zijn en de gemeente
een zeer gedifferentieerde industrie rijk is en dat, dank zij de
onvermoeide pogingen van den directeur van de V.V.V. zeer vele
toeristen in het afgelopen jaar de Baronie hebben bezocht, toch
ondanks alles, mijnheer de Voorzitter, moeten we aannemen, dat
alle middelen om tot verhoging van onze inkomsten te komen, niet
uitgeput zijn.
Wordt niet dagelijks gesproken en geschreven over industriali
satie, om het steeds groeiend aantal werkers op te vangen, en