14 DECEMBER 1949 397 heeft Amerika niet steeds aan Europa voorgehouden, dat aan toerisme meer te verdienen is dan aan export? Voor industrievestiging heeft het College getracht ons gerust te stellen door de belofte in het antwoord op het centraal rapport, cfat het College steeds actief zal zijn. Wat de versiering der gemeente door beplantingen betreft, zal het aanbeveling verdienen de bewoners te entameren voor het onderhoud daarvan, voor zover dat door de bewoners gebeuren kan. Niet alleen moet de gemeente de versieringen ter hand nemen, maar bovendien moet weggenomen worden al wat ontsiert. Ik denk daarbij aan het entree van Breda wanneer we de gemeente naderen met de trein uit de richting Lage Zwaluwe. Aan de zijde van het woonwagenkamp geeft het geheel een rommelige indruk. Het station zelf heet in de volksmond het „Csaar Peterhuisje". Het aangrenzend wegdek op het Stationsplein geeft de indruk van een houten vlonder, doorsneden door twee rails, overgebleven van een vroeger bestaan hebbende trambaan. Een houten vlonder, zo wel naar links als naar rechts, verlengd door een hobbelige kei bestrating. Krachtens het antwoord van B. en W. op het centraal rapport zou met een grondige verandering moeten worden ge wacht op mogelijke veranderingen der Spoorwegen aan het sta tionsgebouw. Alles wijst erop, dat die veranderingen nog wel jaren op zich zullen laten wachten. De perrons zijn opnieuw ingericht en een tunnel wordt gegraven. Bovendien worstelen de Nederlandse Spoorwegen met een groot finantieel tekort en de Directie spoort aan tot de grootst mogelijke zuinigheid. Breda heeft een lelijk entree aan de stationszijde en in de stad zelf zal nog heel wat moeten worden veranderd en vernieuwd om bij buitenlandse en binnenlandse toeristen een nog betere naam te krijgen. Het is wel erg gemakkelijk om Breda ,.het Haagje van het Zuiden" te noemen, maar deze naam wordt zo gemakkelijk een slaapmiddel. Vele ontsieringen in de gemeente zullen nog moeten worden weggebroken, doch m.i. moet de verandering op het Stationsplein als nummer één op het urgentieprogramma worden gezet. Voor vele buitenlanders maar ook voor de Bredanaars zelf geeft het wegdek een indruk van de gemeente, als een echt oud provincie stadje. Iemand, die Breda niet kent, zal niet vermoeden dat achter de rommelige hal van het huis zulke mooie interieuren te zien zijn. Misschien is het mogelijk, dat, door het betrachten van de nodige spoed, bij de aanvang van het seizoen een afdoende ver betering gekregen is. De heer TOXOPEUS zegt het volgende: Mijnheer de Voorzitter, In de begroting, met de daarop uwerzijds gegeven toelichtingen, lees ik de noodzaak tot een zuinig financieel beheer. Dat verbaast niet, zeker niet in deze tijd. Ik ontdek hier en daar gevallen, waarvan ik mij voorstel dat zij zuiniger hadden kunnen zijn opgelost zonder dat de gemeente daarvan nadeel zou hebben ondervonden. In het algemeen waardeer ik het dat uw College zo actief voor de gemeente werkt. Dat daar uit wel eens resulteert dat de Raad voor een fait accompli komt te staan is, zoals gebleken is, in vele gevallen geen onoverkomelijk bezwaar. In principe echter is die handelwijze onjuist. Ik zie daar uit bovendien de mogelijkheid van (financieel) nadelige gevolgen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1949 | | pagina 397