14 DECEMBER 1949 403 houden met de vereiste afschrijving voor de kapitaalsuitbreiding voor de reinigingsdienst. 1262d. Met deze nieuwe post (stelpost) is rekening gehouden met een te verwachten salarisherziening voor ambtenaren en werk lieden, waarvan de uitgave geraamd wordt op f 100.000.-. Verder is rekening gehouden dat ook in 1950 een vacantietoeslag van 2% tot een maximum van f 50.- gegeven kan worden. Hiervoor is geraamd f 45000.- zodat deze post in totaal is ge raamd op f 150.000.-. 1262E. Is weer een nieuwe post geraamd op f 150.000.- in wezen een nieuwe post onvoorzien, welke echter uitsluitend bestemd is voor het beschikbaar stellen van kapitaalscredieten voor uit te voeren kleine werken. Ten slotte wordt de post onvoorzien verhoogd met f 25.200.- zijnde restant der hogere uitkeringen. Opgemerkt moet worden dat ook rekening gehouden moet wor den met een derde loonronde. Hiermede is op de begroting geen rekening gehouden. De gelden hiervoor zullen bij invoering gevonden moeten worden. Mijnheer de Voorzitter. Het zou mogelijk zijn dat hetgeen ik zo juist heb gezegd aanleiding zou kunnen geven tot een zeker opti misme, zo is het m.i. niet. Reeds heb ik er op gewezen dat de ondernemingsbelasting be langrijk zal verminderen, echter is ook de vraag gewettigd, hoe zal het gaan met de noodvoorziening gemeente-financiën. Het is ons bekend dat deze noodfinanciering slechts geldt voor de Jaren 1948 tot en met 1950 dus voor een tijdvak van 3 jaren. De vraag is nu aan de orde; zal deze regeling verlengd worden en zo ja, voor hoe lang, en op welke wijze Mijnheer de Voorzitter. Ik ben er niet gerust op. Een persbericht zei dienaangaande het volgende: „De aangekondigde wijziging in de belastingheffing belemmert de Commissie-Oud, die voorstellen tot regeling van de financiële verhoudingen tussen Rijk en gemeente moet uitwerken, in de samenstelling van haar rapport." Indien mocht blijken, zo deelt de Minister van Binnenlandse Zaken in zijn memorie van antwoord aan de Tweede Kamer mede, dat een definitieve regeling niet tot stand kan komen, dan zal de oplossing tijdelijk moeten worden gezocht in een verlenging van de zo nodig gewijzigde noodregeling." Het is nu met vrij grote zekerheid te zeggen dat de noodregeling verlengd zal worden, waarbij voor ons, naast de vraag van de in komsten uit de ondernemingsbelasting ook de vraag aan de orde komt: hoe zullen de uitkeringen uit het gemeentefonds worden? Immers ook het gemeentefonds wordt uit een aantal belasting bronnen gevoed, welke sterk conjunctuur gevoelig zijn. Ook de uitkeringen uit dit fonds waren de laatste jaren 20"/o hoger dan het oorspronkelijk vastgestelde bedrag. Voorzichtigheid blijft dus geboden met het doen van niet renda bele investeringen, en die werken, welke niet direct noodzakelijk zijn, moeten tot een later tijdvak verschoven worden. Hiertoe zal m.i. te meer reden zijn, omdat ook bekend is, dat de regering een wetsontwerp in voorbereiding heeft om te komen tot een z.g. „Middelenfonds". Komt deze wet tot stand dan zal ook de gemeente verplicht worden jaarlijks bedragen in dit fonds te stor ten, om uit deze bedragen een „grote-werken-politiek" te kunnen voeren, in tijden van werkloosheid.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1949 | | pagina 403