14 DECEMBER 1949
405
Mijnheer de Voorzitter. Tot slot van deze algemene opmerking
nog iets ten aanzien der subsidies.
Bij de beoordeling van de lijst, vermeldende de subsidies, blijkt dat
er een stijging plaats heeft gevonden vergeleken met de lijst van
1949 tot en bedrag van ruim f 72000.-, zodat het totaal bedrag nu
geraamd wordt op f 234.764.90.
Maar hierdoor is de post onvoorzien, die oorspronkelijk begroot
was op f 70.000.- en door de hogere uitkering gebracht kan wor
den op ruim f 95.000.- intussen reeds terug gebracht op f 42.200.93.
Ik ben derhalve van mening dat in de loop van het begrotings
jaar geen nieuwe subsidies meer gegeven moeten worden, dat de
thans voorgestelde bedragen niet verhoogd mogen worden en dat
ook de gemeenten evenals het Rijk en Provnicie zullen moeten
besluiten, slechts eenmaal in het jaar de subsidies vast te stellen.
Zie ik de ontwikkeling ten opzichte der gemeente financiën goed,
dan vrees ik, dat reeds bij de begroting 1951 op tal van uitgaven
bezuinigd zal moeten worden. Voorzichtigheid is dus geboden,
willen wij niet genoodzaakt worden, op de sociale voorzieningen te
bezuinigen. Wij zullen onze verlangens moeten beperken, indien wij
willen voorkomen straks een grote stap terug te moeten doen.
De heer BRAAKHUIS verzoekt de aandacht van Burgemeester
en Wethouders voor iets, wat buiten de agenda staat.
Hedenmiddag vond in de Ginnekenstraat een verkeersopstopping
plaats. Er was een paard met kar bezig een poort in te rijden,
waardoor het geheel dwars over de straat kwam te staan* Zulks
4 veroorzaakte een grote verkeersstremming aan weerskanten.
Spreker acht een dergelijke toestand onhoudbaar.
In verband met het gesprokene van gisterenavond wil spreker
vragen, hoe het staat met de straat achter de Lange Stallen.
Spreker verzoekt, evenals de heer van Kampen het College
aan dit probleem de nodige aandacht te willen schenken.
De VOORZITTER zegt dit toe.
De vergadering wordt hierna geschorst.