408
14 DECEMBER 1949
De heer Meys heeft gezegd, dat de gronden te duur zouden
zijn gekocht. Spr. kan het er mee eens zijn, dat de Onteigenings
wet dient te worden herzien. Ook grondspeculanten moeten geen
kans krijgen tot het maken van onredelijke winsten. Maar het is
de vraag of Breda van een nieuwe Onteigeningswet veel voordeel
zou hebben. Een eenvoudig rekensommetje wijst uit, dat in Breda,
met een totale oppervlakte van 5300 H.A. waarvan 2000 H.A, bos,
en bebouwd oppervlak slechts een 3000 H.A. cultuurgrond be
schikbaar is. Voor de 750 belanghebbende tuinbouwers betekent
dit, dat voor ieder bedrijf gemiddeld slechts een 4 H.A. beschik
baar is.
Thans staat in de wet, dat de eigenaren volledig moeten wor
den schadeloos gesteld en dat zal ook wel in de nieuwe Onteige
ningswet komen te staan. Mogelijk echter, dat de toestand voor
de speculanten en de grootgrondbezitters wat minder aanlokkelijk
zal zijn. De gronden in en om Breda zijn echter in handen van
de kleine zelfstandigen, die met behulp van hun bedrijf zich een
bestaan hebben verworven. Spr. kan goed begrijpen dat deze
mensen, wanneer er iemand op hen wordt afgezonden om de gron
den te ontnemen, voor hun boterham gaan vechten. Het is Spr.
niet zelden gebeurd, dat hij uren en uren heeft moeten praten om
de tuinder te overreden, zijn grond af te staan. De Raad moge
zich indenken, dat het lang geen aangenaam werk is. Voor deze
mensen geldt niet, dat de grond te duur is gekocht. Spr. geeft
toe, dat het voor de gemeente duur kan zijn, maar hij verzoekt
de heer Meijs, het woordje ,,te" terug te nemen, of anders met
bewijzen te komen.
Spr. heeft altijd kunnen aantonen, dat de koopprijs redelijk
v/as. Ware dat niet het geval geweest, dan zou Spr. zich niet heb
ben gehouden aan zijn eed. Het is bovendien niet van Spr. te ver
wachten, dat hij de kleine tuinder het leven onmogelijk maakt.
Bij het werk stuit Spr. soms op grote moeilijkheden. De ene
maal koopt hij een klein bedrijfje, dat voor enige jaren verpacht
is, en kan hij de pacht rustig laten doorlopen totdat ze is af gé*
lopen, doch een andere maal ontstaat de noodzaak van beschik
king over een stuk grond zo snel, dat Spr. de opdracht krijgt er
binnen drie dagen over te kunnen beschikken. Het is duidelijk,
dat in een dergelijk geval geen ruggespraak met de Raad moge;-
lijk is. Dan is een onbeperkt vertrouwen nodig.
De heer Meys heeft ook gesproken over de gronden langs de
Terheydense weg. Zijn die te verbeteren door ophoging of in
betere conditie te brengen? Spr. zou niets liever zien, dan de
voor tuinbouw geschikte gronden uit te breiden. De terreinen
langs de Terheydense weg zijn echter zeer laag gelegen en de
aankoopprijs zou zeker niet meer dan f 0,25 mogen bedragen om
ze tegen eenzelfde waarde te kunnen gereedmaken als de gronden
in het Heuvelkwartier,
Hier en daar in Brabant hoort men wel eens zeggen, dat Breda
de gronden duur koopt. Spr. schat zeer veel gronden ook buiten
Breda. Het is hem gebleken, dat in Breda de situatie niet gemak
kelijk is. De stadsuitbreidingen elders geven een heel ander beeld.
Amsterdam b.v. betaalt wel 10 x de prijs van Breda, Loosduinen
5 x, Venlo is misschien in omstandigheden vergelijkbaar, doch
ook daar liggen de grondprijzen hoger dan hier. Tilburg is niet
vergelijkbaar, omdat daar geen tuingronden beschikbaar zijn.
Misschien zou men naar Bergen op Zoom kunnen zien. De prijzen
daar zijn Spr. niet bekend, doch wel weet hij, dat daar van cjen