420
14 DECEMBER 1949
vragen op dit gebied, en na te gaan, hoe deze materie elders is
geregeld.
Voor de mededeling van Burgemeester en Wethouders ten aan
zien van de kindertoeslagregeling voor het gemeentepersoneel is
spreker het College zeer dankbaar. Het is inderdaad zo, dat vooral
de gezinnen met meerdere kinderen aan een extra toeslag grote
behoefte hebben. Hetzelfde is het geval met de ziekenkostenrege-
ling. Van harte hoopt spreker dat hier iets goeds voor het personeel
zal kunnen worden bereikt.
De regeling, geldend voor de 2»/o gratificatie, welke beperkt is
tot een zeker maximum en bovendien slechts werkt beneden een
bepaalde salarisgrens, acht spreker onbevredigend. Er is reeds
gesproken over de wenselijkheid, het volgend jaar een gunstiger
regeling te bevorderen. Spreker waarschuwt ervoor, daarmede niet
te lang te wachten, doch tijdig contact daarvoor te zoeken met da
bevoegde autoriteiten.
Tenslotte wil spreker nog opmerken, dat het ongewenst is, in
het openbaar critiek te leveren op ambtenaren in het algemeen en
zeker voor leidinggevende functionarissen.
Dit is onlangs gebeurd. Spreker betreurt dit zeer en meent, dat
dit het prestige van deze ambtenaren ernstig in gevaar kan bren
gen. Hij verzoekt, indien er reden van critiek is, deze voortaan in
een besloten vergadering naar voren te brengen.
Mej. KOPPELAAR dankt de Voorzitter voor zijn vriendelijk
woorden over de positie van de vrouw in deze Raad. Zij hoopt ook
in de toekomst nog veel voor de gemeente te kunnen doen.
Spreekster sluit zich gaarne aan bij de woorden van de heer van
Gils en verklaart zich vóór de motie betreffende de classificatie.
Het is jammer, dat de St. Nicolaastijd alweer voorbij is, maar
mogelijk kan het de Voorzitter gelukken bij een bespreking met de
Minister gedaan te krijgen dat Breda per 1 Januari a.s. als le klas
gemeente zal worden beschouwd. Dat zou dan een mooi nieuwjaars
geschenk voor het gemeentepersoneel zijn.
De VOORZITTER wil thans het woord nemen om de verschillen
de sprekers te antwoorden en in te gaan op enkele suggesties.
De heer Jongbloed heeft gevraagd tijdiger te worden ingelicht
over de plannen van het College. Hij gaf daarbij een voorbeeld over
de bouw van bruggen. Spreker kan zich hiermede volkomen ver
enigen en zegt voor een dergelijke voorlichting altijd te vinden te
zijn. Maar daar gaat het niet om. De moeilijkheid ligt vaak in de
gevallen dat de gemeente iets moet bereiken, waarbij tegenspelers
te pas komen, die ook hun deel proberen te veroveren. Dan is de
situatie anders en moeten er dikwijls snelle beslissingen worden
genomen, waarbij de Raad meestal onmogelijk ingeschakeld kan
worden.
Spreker weet heel goed, dat de maatschappij er nog niet aan toe
is, voor ieder burger een badgelegenheid beschikbaar te hebben.
Overtuigd van de noodzaak de nieuwbouw van badcellen
te voorzien, is het College echter voor de grote kosten terugge
schrikt. Dit geldt evenzeer voor de inrichting van een badhuis in de
Belcrumpolder. Het College heeft echter de moed nog niet opge
geven en zoekt nog naar een acceptabele oplossing.
Spreker is zich niet bewust, op het punt der industrialisatie on
duidelijk te zijn geweest. Hij heeft slechts willen zeggen, dat de
tijd van de gouden regen voor de industrie voorbij is. Dat neemt