14 DECEMBER 1949 421 niet weg, dat spreker nog zeer op vestiging van industrie in Breda belust is. Daarvoor is hij te allen tijde te spreken en ook bereid de grootst mogelijke service te bieden. Ook de gemeente-secretaris heeft zich daarmede intensief bezig gehouden en hem komt daar voor een woord van dank toe. Echter, ondanks dat mag men de ogen niet sluiten voor het feit, dat de beste tijd voor industrie vestiging alweer achter ons ligt. Spreker verklaart overigens niet passief te zijn geweest op dit gebied. Verschillende nieuwe in- dustriën zijn daarvan het bewijs. Het juridisch debat, dat de heer Toxopeus uitgelokt heeft over de verantwoordingsplicht, is voor spreker aanlokkelijk. Hoewel er gewoonlijk niet op kan worden ingegaan, wil spreker nu toch even een uitzondering maken. Spreker vindt in de betoogtrant van de heer Toxopeus, die overigens zeer correct was, iets vrouwelijks. Vele vrouwen hebben n.l. de gewoonte om, wanneer ze aanvoelen, dat hun betoog zwak is, dadelijk maar over iets anders te begin nen. Zo ook hier de heer Toxopeus. In zijn betoog over do verant woordingsplicht haalt hij professor van der Pot aan, die zou leren, dat die plicht zou bestaan. Dit is slechts in zoverre juist, dat v. d. Pot dit noemt voor het uitvoerend gedeelte der taak van Burge meester en Wethouders. De verantwoordingsplicht bestaat niet op het terrein van het zelfbestuur. Spreker is echter nog nimmer teruggeschrikt voor het afleggen van verantwoording aan de Raad voor het door Burgemeester en Wethouders gevoerde beleid. In tegendeel ook waar dit niet werd gevraagd, zijn altijd de meest volledige inlichtingen verstrekt. Spreker heeft geen geheimen voor de Raad. Als iemand vraagt waarom dit of dat zo gedaan is, kan hij daarop altijd een antwoord krijgen. Maar dat is heel iets anders, dan waarover de vraag liep. Toen ging het over het mede voorbereiden van plannen. Als de Raad dat wil, zal spreker het been stijf houden, want hij acht dit onjuist. Hij kan echter het verlangen van de heer Toxopeus waarderen en begrijpen. Waarderen omdat daaruit zijn grote belangstelling in de gemeentezaken blijkt, en begrijpen, omdat de heer Toxopeus als èènmans-fractie minder gelegenheid heeft zijn oordeel aan dat van anderen te toetsen en contact te houden met de wethouders, en daardoor ook minder gegevens in de Raad ter beschikking heeft dan de andere leden. Het College noch spreker zullen daaraan iets kunnen veranderen. Ten aanzien van de rede van de heer van Egeraat merkt spreker op, dat ieder mens voor zich een preferentie-schema heeft in eigen gedachten. Het betoog over de belangrijkheid ook van kleine zaken kan spreker niet geheel bekoren. Subjectief gezien kunnen inder daad kleine zaken voor bepaalde personen zeer belangrijk zijn, maar het welzijn van één persoon is niet belangrijk voor de ge meenschap. Een woning voor mevrouw Jansen kan heel belangrijk zijn, maar spreker geeft zijn tijd toch liever aan 40 woningen voor naamloze gezinnen. Daarom heeft het College van Burgemeester en Wethouders en ook de Raad af te wegen op welke wijze en met welke middelen de belangen der gemeenschap het meest worden gediend. Doet men dit niet, dan verknoeit men zijn tijd met krui melwerk. Het vasthouden van de grote lijn is wel het belangrijkste deel van het werk der overheid. Om deze redenen wil spreker bijv. de rondvraag aan het eind van iedere vergadering ook gaarne be perken tot het stellen van vragen, zonder daarbij in discussie te treden. De kleine dingen kunnen dan toch tot hun recht komen zender de grote te verdringen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1949 | | pagina 421