434 15 DECEMBER 1949 wenden. Spr. zal deze doorgeven. Gaarne zal Spr. nog antwoord ontvangen op zijn vraag, of het juist is, dat de administratiekosten wel meer dan 25%> van de brutowinst bedragen bij de verkopen vanuit de toonkamer. Hoe andere gemeenten tegenover de instandhouding van een toonkamer staan, acht Spr. niet zo belangrijk. Indien Breda meent er geen behoefte aan te hebben, dient ze hier te worden gesloten. Misschien volgen die andere gemeenten dan wel ons voorbeeld. Wethouder VAN HOUTEN merkt nog op, dat de oprichting van het Financieringsinstituut, waartoe de Raad onlangs besloot, wel heeft bewezen, dat het gemeentebestuur de middenstand zeker geen kwaad hart toedraagt. Samenwerking tussen particulieren en overheid kan niet anders dan tot goede resultaten leiden. Als in overleg met de Bond van loodgieters een betere oplossing kan wor den gevonden dan nu is bereikt, zullen B. en W. daaraan zeker medewerken. De heer Mr. TOXOPEUS verzoekt nog antwoord te mogen ont vangen op zijn vraag, of het gasbedrijf gelden investeert door toe stellen voor de toonkamer aan te kopen. Dit zou het risico mee brengen, dat een deel der toestellen onverkoopbaar blijft staan. Zijns inziens moet de gemeente zich niet op deze weg begeven. Overigens heeft Spr. geen bezwaar tegen het hebben van een toon kamer, als daarin toestellen worden getoond die slechts daar door de handel zijn geplaatst alleen om ze te vertonen. Het argument, dat de gemeente daardoor min of meer erop kan toezien, dat al leen goede toestellen door het publiek zullen worden gebruikt, is gevaarlijk. De overheid kan zich niet met alles bemoeien. Men gaat toch ook niet opletten, dat alleen maar goede auto's worden verkocht. Men moet in het particuliere bedrijf vertrouwen hebben. Voorts meent Spr. dat voor het verkopen tegen gemakkelijke be talingsvoorwaarden andere wegen openstaan. De toonkamer heeft alleen reden van bestaan als toonkamer. De Wethouder VAN HOUTEN kan op de vraag betreffende de investering niet dadelijk een antwoord geven. Het is namelijk al een oude regeling. Spr. zal echter een onderzoek instellen. Het blijft vreemd, dat de R.K. Bond geen klachten heeft laten horen. Als de Raad de toonkamer wil opheffen, moét hij daartoe zelf besluiten. De oude liberalen wilden van overheidsbemoeiing volstrekt niets horen. Dat is nu wel wat veranderd. Het heeft geen zin, daarover nu een debat te beginnen, doch Spr. wil wel opmer ken, dat men zijn principes ook moet kunnen moduleren. De mid denweg is vaak de beste weg. De heer DE ROOS onderstreept nog eens, dat de Voorzitter van de Bond hem heeft gezegd, wel klachten te hebben en er reeds jaren voor te hebben gestreden, het contract op te heffen. Hij heeft de strijd echter moeten opgeven. De wethouder VAN HOUTEN belooft de zaak te zullen onder zoeken. De heer BRINKERHOF merkt op, dat tot nu toe de heren van Gisbergen en Toxopeus aan het woord geweest zijn over opheffing

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1949 | | pagina 434