446 15 DECEMBER 1949 (woningen) 906 0.7 dag per woning. (werkdagen 1320 In bovenstaande cijfers is de woningbouw door particulieren niet begrepen. Spreker vervolgt met de dank van de Bouwcommissie aan de Raad over te brengen voor het in het afgelopen jaar genoten ver trouwen en knoopt daaraan de opmerking vast, dat de commissie meermalen op zó korte termijn heeft moeten beslissen, dat er van degelijk onderzoek der plannen nauwelijks sprake kon zijn. Hij hoopt, dat in de toekomst de Commissie op een wat ruimere voor bereidingstijd zal mogen rekenen. Van het beschikbare bouwvolume voor deze provincie heeft Breda 234 woningen toegewezen gekregen, dat is dus heel wat min der dan het aantal dat de Voorzitter gister noemde, n.l. 650. Spre ker laat echter nog niet de hoop varen, dat het de Voorzitter ge lukken zal, een aanvullingstoewijzing te verkrijgen. Van de plannen voor 1950 zijn er reeds enige bij de Bouwcommis sie in studie. Het verheugt spreker dat deze nieuw te bouwen wo ningen niet meer, gelijk die van 1949, in een confeetiepakje zullen worden gestoken, maar dat het al iets meer op een ,,maat"pak gaat lijken. De betere afwerking er komen in de woningen van het plan,-Peutz deuren, douchecellen en zelfs hier en daar een bad kuip is een gevolg van het dalen der bouwkosten, waaraan het verdwijnen van de zwarte werklonen heeft meegewerkt. De heer MEYS heeft ook de woningbouwcijfers over de afge lopen jaren eens nagegaan, en daaruit de conclusie getrokken, dat van de 1739 woningen, welke sedert 1947 zijn aanbesteed, er onge veer 1000 gereed zijn gekomen. De toewijzing van 234 woningen voor 1950 acht Spreker ook te laag om daarmede de bestaande achterstand op woninggebied te kunnen inlopen, maar toch maakt hij zich niet ongerust daarover. Als deze 234 in 1950 gebouwd kun nen worden, maakt dat met de nog af te werken 739 woningen een totaal van wederom bijna 1000 stuks. Spreker is van mening, dat de gemeente moet doorgaan met bouwen zolang zij kan. Hij heeft vertrouwen in de voortvarendheid van het College van Burgemeester en Wethouders terzake en hoopt, dat er nog wel een extra toewijzing van bouwvolume voor dit jaar zal volgen. De heer Ir. SCHIJEN veronderstelt, dat er een rekenfout moet zijn in de door de heer B.rinkerhof genoemde cijfers, aangezien het eindcijfer van 0,7 woning per dag naar zijn mening moet zijn 1,7 woning per dag. Spreker vindt de nieuwe vorm van de begroting voor deze dienst niet overzichtelijk en verzoekt het volgend jaar een betere begro ting met een uitvoerige memorie van toelichting te mogen ont vangen. De heer DIRVEN vraagt de aandacht van het College van Bur gemeester en Wethouders voor het uitgraven van de zwarte grond van de woningbouwcomplexen. In de Memorie van Antwoord staat, dat aan de Dienst der Beplantingen opdracht is gegeven, hierop toe te zien. Is dat dan voorheen niet gebeurd, is zijn vraag. Dit is wel heel jammer, want de grond in het Heuvelkwartier is nogal

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1949 | | pagina 446