452
15 DECEMBER 1949
De Heer VELDKAMP is het hiermede niet eens.
Volgnr. >621. Presentiegeld leden stembureaux.
De Heer BRAAKHUIS zegt, dat uit het Centraal Rapport blijkt, dat
meerdere leden gevraagd hebben het presentiegeld te verhogen. In het
antwoord van Burgemeester en Wethouders wordt gezegd, dat het presen
tiegeld is vastgesteld door de Minister van Binnenlandse Zaken. Dan valt
spreker op, dat deze Minister geen vast beleid voert, daar het presentie
geld voor alle gemeenten verschillend is.
In Roosendaal bedroeg vroeger de vergoeding voor de leden van de
stembureaux al ƒ6.per dag plus een diner. Dit laatste is thans niet
meer het geval; het zou ook niet meer mogelijk zijn.
Het presentiegeld bedraagt nu in Roosendaal 7.50. In Etten, Halsteren
en Wouw ƒ6.—, terwijl het in Breda gesteld is op ƒ4.50. Dit bedrag is
ternauwernood voldoende voor een lunch. De leden der stembureaux zijn
soms verplicht iets te laten aanrukken. Bovendien acht spreker de taak
zelve niet zo onbeduidend. Deze duurt van 's morgens 8 uur tot 's avonds
7 uur, zodat een zekere beloning wel op haar plaats is. Spreker stelt
derhalve voor de vergoeding te verhogen tot ƒ1.per uur met een maxi
mum van ƒ7.50 per dag.
De Heer JONGBLOED kan zich verenigen met de motivering van
Burgemeester en Wethouders om het bedrag te handhaven. Hij ziet deze
zaak niet zoals de Heer Braakhuis. Men moet zo vaak in het algemeen
belang verrichtingen doen zonder honorering. Zijn er evenwel leden van
de stembureaux, die daarvoor inkomsten moeten derven, dan dient voor
schadeloosstelling gezorgd te worden.
In een ander geval dient de gemeenschapskas gespaard te worden,
zodat hij het voorstel van de Heer Braakhuis niet kan steunen. Spreker
merkt op hier zijn persoonlijk inzicht gegeven te hebben.
De Heer SCHIJEN kan de gevoelens van de Heer Jongbloed delen.
Hij verwijst naar het betoog bij gelegenheid van de behandeling der
wethouderssalarissen. Indien de woorden van de Minister serieus moeten
worden genomen, behoort de vergoeding geheel geschrapt te worden.
Spreker voelt hier meer voor, dan voor een te krappe vergoeding van
ƒ0.50 per uur.
De Heer BREKELMANS is het met de Heer Jongbloed eens.
De Heer RATTINK kan zich eveneens met de mening van de Heer
Jongbloed verenigen. De vergoeding dient bij een bedrag van 0.50 per
uur te blijven, daar anders deze post verhoogd moet worden tot 4800.—.
Spreker wil een beroep doen op de gemeenschapszin.
De Heer BRAAKHUIS merkt op, dat een vergoeding van 0.50 in
totaal 1200.kost. Een vergoeding van ƒ1.kost derhalve in totaal
2400.— en niet 4800.— zoals de Heer Rattink zegt.
De VOORZITTER kent nu de diverse gevoelens, waarom hij het
voorstel van de Heer Braakhuis in stemming wil brengen.
Uit de stemming blijkt, dat het voorstel van de Heer Braakhuis met
23 tegen 9 stemmen is aangenomen, waardoor de post onder volgnummer
621 der gemeente-begroting is verdubbeld.
Tegen stemden: Mevr. Slot-Plattel en de Heren: Rattink, van Houten,
Vermeulen, Jongbloed, Kamphuijs, Schijen, Brekelmans en van den Eeden.