15 DECEMBER 1949 453 Volgnr. 651. Representatiekosten. De Heer TOXOPEUS zegt, dat zojuist post 621 verdubbeld is. Het is niet zijn bedoeling post 651 te verminderen. Op deze post staat een bedrag van 6000.^. Hij kan niet beoordelen het aantal gelegenheden, waarbij het College gasten moet ontvangen. Het komt hem echter nodig voor om in deze tijd van bezuinigen, bepaalde uitgaven zo laag mogelijk te houden. Hiertoe behoort ook deze post, welke in 1948 zelfs ongeveer het dubbele beliep. Spreker wil het zo formuleren, dat hij dit bedrag nu ziet als een maximum. Spreker kan het er mee eens zijn, dat de Brabantse gastvrijheid in ere gehouden moet worden, doch ook hierin kan men beperkt blijven. De VOORZITTER wil hierover iets zeggen: Hij heeft meestal de eer gastheer te zijn. Spreker heeft van zijn moeder geleerd de gasten het beste te geven met een stukje van zijn hart en de nodige inspanning. Heeft de Gemeente voor deze post geen geld over, dan is hij bang alleen met zijn hart en inspanning niet ver te komen. Daar hoort nog iets bij. Spreker heeft zijn hart en inspanning er wel voor over, niettegenstaande zijn taak hierdoor verzwaard wordt. Deze week is er een ontvangst van de Gedeputeerde Staten van Antwerpen, terwijl er volgende week weer een ontvangst van jongens uit Indië is. Hij verzoekt van ontvangsten gespaard te blijven, indien hij bij elk glas dat geschonken wordt, zich moet afvragen of daardoor deze begrotingspost overschreden wordt. Spreker wil deze taak graag aan wethouder Struycken overgeven, indien deze zonder glas of sigaret kan ontvangen. De sfeer bij een ontvangst wordt immers anders als daarbij een glas met een zekere noblesse gedron ken wordt. Spreker is bang dat deze post er dubbel en dik aangaat. Tenslotte merkt hij op, dat ontvangen zeer moeilijk is. De Heer JONGBLOED beschouwt deze post als de anderen, zodat hij er geen bijzondere voorwaarden aan wil verbinden. De Heer TOXOPEUS merkt op, dat het antwoord van de Voorzitter hem niet verbaast. Ook spreker is door de Voorzitter enkele malen ontvangen. Het was altijd een charmante ontvangst. Niettemin wil hij hopen, dat de Voorzitter bij benadering bij het maximum-bedrag zal kunnen blijven. De Heer KAMPHUIJS begrijpt niet, waarom deze post verlaagd moet worden, terwijl zo juist post 621 met 1200.^ verhoogd is. De Heer Toxopeus heeft toch ook aan deze verhoging medegewerkt? Spreker vraagt zich af of zulks niet dualistisch is. Hij kan zoiets niet volgen. Zonder verdere bespreking wordt Hoofdstuk II goedgekeurd en vast gesteld, behoudens volgnummer 621, welke post verdubbeld is. J Hoofdstuk III, De Heer BRINKERHOF zegt het volgende: Mhr. de Voorzitter, Evenals het vorige jaar en de daaraan voorafgaande jaren heb ik bij de behandeling van de begroting en wel bij Hoofdstuk III mijn beden kingen geopperd en ook thans geeft mij de ingediende begroting voor 1950 voor dit Hoofdstuk, aanleiding mijn zienswijze op deze begroting kenbaar te maken, daar ik me met het antwoord van Uw College, op de vragen,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1949 | | pagina 453