15 DECEMBER 1949 455
il l~ -Jt'Ni -^§
De Heer VAN DE NOORT heeft reeds geruime tijd niets gehoord
over het benoemen van een Commandant van de Brandweer. Spreker
vraagt of het uitblijven van deze benoeming een bedoeling heeft.
Volgnr. 684. Beloningen en premiën aan brandmeesters, brandspuit'
lieden, enz., alsmede kosten van uitrusting.
De Heer WEZENBEEK vraagt, deze post nader onder de loupe te
nemen. Spreker vindt, dat de brandweer thans te groots opgezet is. Voor
de oorlog was het bedrag te benepen, nu echter te royaal. Tegenwoordig
heeft men bij deze dienst zelfs een administrateur. Wellicht kan ook op
de leiding worden bezuinigd.
De VOORZITTER vraagt zich af of er van de overvalwagen misbruik
gemaakt wordt. Misschien wel, want spreker is er zelf ook mee uit
geweest. Spreker heeft een aanschrijving gehad om op het politiepersoneel
te bezuinigen. Op een vergadering van Burgemeesters bleek, dat Breda
het beste personeels-beleid gevoerd had.
Het zit niet in een schrijfmachine meer of minder, maar wel in het
personeel, omdat dit meer kost. Het gevoerde personeelsbeleid kon dan
ook de toets der critiek doorstaan.
Wat de dienstkleding betreft merkt spreker op, dat de Gemeente aan
normen gebonden is.
Wethouder VAN HOUTEN zegt, dat de mogelijkheid bestaat, dat
post 671 overschreden is. Hier is evenwel van overschrijving van kledings-
schuld sprake.
De VOORZITTER is het met de Heer van Gils eens, dat eigenlijk
het gehele politiepersoneel de cursus voor E.H.B.O. had moeten volgen,
hoewel het voor de jonge agenten uiteraard van meer belang is dan voor
de ouderen. Hij zal er echter nog navraag naar doen.
Wat de vraag van de Heer Vermeulen betreft, merkt spreker op, dat
zulks het College bekend is. Dit euvel hebben meer fabrieken. De suiker-
fabriek krijgt een nieuwe ketelinstallatie, waardoor de hinder misschien
verdwijnt.
Wat de vraag van de Heer Braakhuis betreft, kan spreker mededelen,
dat volgens de Algem. Politieverordening bij vriezend weer het trottoir
niet geschrobd mag worden. Er zijn echter vrouwen, die of zulks niet
weten, of het trottoir zeer schoon willen houden.
Over wat de Heer Jongbloed zei ten aanzien van het venten, merkt
spreker op, dat een agent van politie niet zo goed weet, hoe het artikel
toegepast moet worden. Iedere bepaling kan verkeerd toegepast worden,
als men de ratio er van niet inziet. Spreker heeft toch wel de indruk,
dat de politie met een grote souplesse optreedt.
De Heer van de Noort heeft gevraagd, waarom er nog geen Commandant
van de Brandweer benoemd is. Het College heeft zich eerst moeten
beraden over eventuele reorganisatie van de Brandweer. Binnenkort komt
hierover een voorstel ter tafel.
De Heer Wezenbeek vindt post 684 te groots opgezet. Men moet echter
niet uit het oog verliezen, dat de waarde der objecten vergroot is, zodat
ook de zorg hierover groter geworden is. De administratie kan wel door
een ander gevoerd worden, doch zulks brengt geen verlaging van kosten
met zich. De reorganisatie zal nog duurder zijn. Intussen is een oproeping
voor een Commandant geplaatst, teneinde te zien, welke gegadigden er zijn.
De Heer JONGBLOED zegt, dat, indien Burgemeester en Wethouders
niet met een voorstel tot wijziging van art. 34 der Algem. Politieveror-