456 15 DECEMBER 1949 dening ter tafel komen, dit door hem gedaan zal worden. Een bepaling dient duidelijk te zijn. De VOORZITTER zegt, hiertegen geen bezwaar te hebben. De Heer SCHIJEN vindt het niet juist dat aan een politieagent over gelaten wordt de nodige souplesse toe te passen. Zodoende is het mogelijk, dat het venten met sommige bladen al of niet wordt toegelaten. Spreker noemt het betreffende artikel vaag. De VOORZITTER zegt toe het artikel te zullen bezien. Volgnr, 707. Kosten van verkeersmaatregelen. De Heer VAN EGERAAT wil een pleidooi houden voor het doorgaand verkeer. Het verkeer, komende van Rotterdam en Antwerpen, wordt voor een groot deel via de Haagweg en de Brugstraten en voor het overige deel via de Baronielaan naar het Centrum geleid. Noch het een, noch het ander is bevredigend. Spreker wil nogmaals wijzen op het belang om de binnenkomst voor het toerisme zo gunstig mogelijk te maken. Dus niet via de Haagweg. Daar krijgt men niet bepaald een idee van wat Breda kan bieden. Spreker zou het beter vinden alle verkeer via de Baronielaan naar het Centrum te leiden. De huidige regeling is immers irrationeel. De eerste indruk, die men van een stad krijgt, is vaak beslis send. Misschien is het nu nog bezwaarlijk het verkeer via Baronielaan van Coothplein te leiden, doch dit bezwaar zal wel weggenomen worden door het openstellen van de weg Achter de Lange Stallen. Vervolgens zegt spreker, dat de bewegwijzering naar de bossen vanaf de Grote Markt voor het toerisme belangrijk is. Spreker verzoekt één richtingwijzer te plaatsen op de Grote Markt en één op het van Cooth plein. Voorbij het van Coothplein staat een wijzer van de A.N.W.B. Hetzelfde is het vorig jaar door hem ook verzocht. Op deze wijze zou door Breda weer een klein stapje worden gedaan op de weg om een toeristisch centrum te worden. De Heer BRAAKHUIS merkt op, dat bij het afdelingsonderzoek de aandacht gevraagd is voor het gevaarlijke punt Graaf Engelbertlaan Baronielaan. Het antwoord van Burgemeester en Wethouders slaat echter niet op deze vraag. De toestand is ter plaatse gevaarlijk voor het verkeer, komende vanuit de stad. De wijzer „doorgaand verkeer" wijst naar de stad en is dus niet voor het verkeer, komende vanuit de stad. Spreker verzoek ook voor dit verkeer een bord „doorgaand verkeer" te plaatsen. De Heer KAMPHUIJS is het met de Heer Braakhuis eens. Spreker verzoekt het bord bij het heuveltje te plaatsen, doch iets verder dan het paaltje, dat er staat. Hij verzoekt dit bord te verlichten. De Heer WEZENBEEK merkt op, dat er op het Oranjeplein een richtingaanwijzer ontbreekt voor het verkeer komende uit Rotterdam naar Baarle-Nassau en Turnhout. Spreker verzoekt hierin te voorzien. De Heer VAN O YEN zegt, dat er op het kruispunt Parkstraat— GinnekenwegBaronielaan verkeerslichten geplaatst zouden worden. Daar de toestand ter plaatse onhoudbaar is, verzoekt spreker enige spoed te betrachten. Wethouder STRLIYCKEN zegt, dat het College van oordeel is, dat de

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1949 | | pagina 456