462 15 DECEMBER 1949 maatregelen vele besmettelijke ziekten zien verdwijnen. Ik ben ervan overtuigd dat onze generatie het verdwijnen van de tuberculose als volks ziekte zal beleven, doch alleen als iedereen meewerkt. De vroegere gene raties zagen het verdwijnen van pesthuizen en leproserieën; de tegen woordige zal de omvorming dan zien van sanatoria tot instituten voor praeventieve geneeskunde, centrale laboratoria, tehuizen voor ouden van dagen of anderszins. Mijnheer de Voorzitter, ik wil U dan verzoeken onder no. 734g van de begroting een bedrag van 30.000.— te willen plaatsen, om met behulp van deze gelden te bereiken dat: 1Bij de inwoners van Breda van 6 tot 20 jaar een tuberculine reactie verricht kan worden, met daaraan verbonden voor de positieve reactoren een doorlichting, voor de negatieve een vaccinatie met B.C.G. 2) Bij de inwoners van Breda boven 20 jaar een Röntgenonderzoek kan plaats vinden. Wethouder ROMSON heeft terzake reeds een bespreking gehad met de Directeur van de Gemeentelijke Geneeskundige en Gezondheidsdienst en hem verzocht deze zaak te bezien om te zijner tijd aan het College de nodige voorstellen te doen. Spreker is overtuigd, dat hier de hand aan de ploeg geslagen moet worden. De Heer DIRVEN merkt op, dat het Rijk in deze voorgegaan is. Al het vee moet op t.b.c. onderzocht worden. De Heer MEIJS heeft geen bezwaar tegen de suggestie van wethouder Romson om te zijner tijd voorstellen te doen. Er dient echter niet gezegd te worden: „We zullen zien of het gaat". Hij wil aannemen wat de Heer Verhaak gezegd heeft. Alleen reeds de grote financiële voordelen zijn voor hem voldoende om dit te aanvaarden. Spreker wil er op aandringen, dat het voorstel spoedig ter tafel gebracht wordt. Bovendien verzoekt hij het College zich niet af te vragen hoeveel de kosten bedragen, daar het rendement zeker zal komen. De Heer VAN GILS heeft ambtelijk veel bemoeiingen met t.b.c.- gevallen. Spreker haalt een voorbeeld aan van een gezin, bestaande uit vader, moeder en 4 kinderen. De vader verblijft reeds in een sanatorium, terwijl de 4 kinderen op het punt staan daarheen gezonden te worden. Spreker is steeds pijnlijk getroffen door dergelijke gevallen en vraagt zich dan af, of de medische wetenschap niet in staat is dit euvel te voorkomen. Als hij dan hoort, dat er eenvoudige middelen zijn om het aantal t.b.c.- gevallen te beperken, dan acht spreker dit van zo groot belang, dat hij voorstelt direct het nodige bedrag ad 30.000.— op de begroting te brengen. Hij kan zich indenken, dat wethouder van Houten een bedenkelijk gezicht zet bij het noemen van een bedrag van 30.000.doch hij acht t.b.c.-bestrijding zeer dringend. Spreker steunt derhalve het voorstel om ƒ30.030.— op de begroting te brengen. De Heer VERMEULEN vindt t.b.c.-bestrijding van algemeen belang. Al kan hij de cijfers niet beoordelen, toch kan hij met het voorstel mee gaan. Spreker meent dat de Raad, als overheid in deze de taak heeft zich te beraden om de middelen te vinden voor de daaraan verbonden finan ciële consequenties. Al is de begroting niet rooskleurig te noemen, toch is de Raad overtuigd van deze noodzakelijkheid. Derhalve kan spreker zich met de Heer Meijs verenigen om een terzake dienend voorstel van Burgemeester en Wethouders af te wachten en te trachten de nodige middelen te vinden opdat het bedrag gevoteerd kan worden. Spreker is enthousiast over de suggestie van de Heer Verhaak.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1949 | | pagina 462