464 15 DECEMBER 1949 behandeling in een grote vergadering, doch dat een en ander op korte termijn bekeken moet worden. Hij raadt dus aan, het idee van de Heer Meijs te volgen. De VOORZITTER heeft het betoog van de Heer Verhaak met stijgen de bewondering aangehoord. Spreker is van mening, dat het College in de gelegenheid gesteld moet worden het plan uit te werken. Binnen drie maanden zal dan een terzake dienend voorstel de Raad aangeboden worden Bij het voorstel is dan misschien een plan voor propaganda en een lijst van burgers, die een bijdrage willen verlenen. Laat derhalve het College met dokter Verhaak een plan opzetten, terwijl wethouder van Houten een financieringsplan ontwerpt. Daarna zal de Raad het een en ander voorgelegd worden. Spreker verzoekt de Raad hem hiervoor drie maanden tijd te geven. De Heer VERHAAK dankt Burgemeester en Wethouders voor de bereidheid om in principe op het voorstel in te gaan. Spreker heeft de financiële zijde niet bezien. Bij zijn berekening is hij globaal gekomen tot een bedrag van maximum 30.000.aangezien ook particulieren, bedrijven en ziekenfondsen zullen bijdragen. Als een dergelijk bedrag niet nodig mocht blijken, dan is het des te beter. Spreker zou graag willen hebben, dat nu zijn voorstel in principe aangenomen wordt en niet over drie maanden. Duurt zulks weer drie maanden, dan is deze tijd voor de t.b.c.-bestrijding verloren gegaan. Spreker acht goede propaganda van grote betekenis. In Noord-Brabant zijn reeds diverse gemeenten, waar de inwoners doorgelicht zijn. Spreker heeft zijn idee te voren besproken met Dr. Gerbrandy, die er volkomen accoord mede kon gaan. Hij zou graag zien, dat zijn voorstel nu in principe aanvaard wordt om met de voorbereidingen te kunnen beginnen. De VOORZITTER meent wel, dat de Raad in principe met het voor stel van de Heer Verhaak accoord kan gaan. Hij vraagt de Heer Verhaak of deze met enkel de principe-verklaring accoord gaat of dat hij de desbetreffende begrotingspost met het nodige bedrag verhoogd wenst te zien. Indien men zich daarvoor offers zou moeten getroosten, dan zou dat zeker niet erg zijn, aangezien de zaak daardoor nog diepere betekenis zou krijgen. De Heer VERHAAK vraagt of de Raad zich met zijn voorstel kan verenigen. De VOORZITTER zegt namens de Raad dat zulks het geval is. De Heer VERHAAK stelt hierna voor de Directeur van de Gemeen telijke Geneeskundige- en Gezondheidsdienst de voorbereidende maat regelen direct te doen treffen. De VOORZITTER zegt, dat de Raad hiertegen geen bezwaren heeft. De Heer SCHIJEN heeft bezwaar tegen de houding die de Raad aanneemt tegenover de Heer Verhaak. Materiële voorbereidingen kosten geld. Hij meent, dat de Heer Verhaak dit geld hiervoor reeds nodig zal hebben. Derhalve verzoekt hij het bedrag van 30.000.— nu reeds op de begroting te plaatsen. De Heer RATTINK stelt voor, de post, bestemd voor een tentoon stellingsgebouw met dit bedrag te verminderen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1949 | | pagina 464