15 DECEMBER 1949
465
De VOORZITTER zegt, dat de Raad zich aan zijn principe-verklaring
dient te houden.
De Heer BRAAKHUIS merkt op, dat de Heer Verhaak deze principe
verklaring in de begroting wil vastleggen.
De Heer VAN OYEN zegt, dat hij door de aard van zijn functie
enige maanden geleden op een dorp was. Hier was meer dan de helft
van het aantal jongens besmet, waarom hij verzoekt niet langer te wachten.
De Heer TOXOPEUS zegt, dat, als er iets opgezet moet worden, er
geld voor nodig is. Hij meent, dat momenteel niet het gehele bedrag
gevoteerd behoeft te worden, doch slechts een gedeelte, bijv. 5000.
De Heer VERHAAK acht het beter niet langer te discussiëren. De
Raad gaat in principe met het voorstel accoord, zodat de voorbereidingen
getroffen kunnen worden.
De VOORZITTER vraagt de Heer Verhaak of hiervoor geld nodig is.
De Heer VERHAAK antwoordt, dat dit nu nog niet het geval is.
De Heer VAN EGERAAT wil 2 concrete organen noemen die zeker
genegen zullen zijn aan dit plan medewerking te verlenen:
1Het bestuur van het Prophylaxe-fonds en
2) Het bestuur der Rijksverzekeringsbank kan ingevolge art. 115 of
116 der Invaliditeitswet voor dit doel gelden beschikbaar stellen.
De VOORZITTER zal met deze suggesties rekening houden. Hierna
feliciteert hij de Heer Verhaak met het behaalde succes.
Zonder verdere bespreking besluit de Raad in principe het voorstel
van de Heer Verhaak te aanvaarden en de Directeur van de Gemeente
lijke Geneeskundige- en Gezondheidsdienst de daaraan verbonden voor
bereidende maatregelen direct te doen treffen.
Volgnr. 734 f. Kosten van de eerste hulpdienst, te verlenen bij plotse
linge ongevallen.
De Heer VAN SWOL zegt het vorig jaar bij de behandeling der
begroting gesproken te hebben over het aanschaffen van zuurstofkoffers.
In het antwoord van Burgemeester en Wethouders op het Centraal
Rapport is sprake van 4 zuurstofkoffers met 6 reserve-cylinders voor
E.H.B.O. Spreker vraagt of deze koffers gebruikt worden en of de
Gemeente deze koffers wel bezit.
Wethouder ROMSON zegt, dat de Gemeente 4 zuurstofkoffers bezit.
De laatste 6 of 7 jaren is er slechts éénmaal gebruik van gemaakt. Spreker
acht het niet nodig deze in depót te plaatsen. Indien zulks nodig is,
krijgt de Heer van Oers opdracht een koffer mede te brengen.
De Heer VAN SWOL kent een geval, waarin zulks niet is gebeurd.
Daarom is toen gezegd, dat er gezorgd zou worden, dat er steeds een
bij de hand zou zijn.
Wethouder ROMSON merkt op, dat volgens de Directeur van de
Gemeentelijke Geneeskundige- en Gezondheidsdienst slechts een medicus
deze apparaten mag bedienen.