468
15 DECEMBER 1949
brengen. Hij dringt er met klem op aan om voor een omheining te zorgen.
In het antwoord van Burgemeester en Wethouders op het Centraal
Rapport wordt onder volgnummer 747 gezegd, dat de inrichting van „Het
Ei", op enkele uitzonderingen na, goed te noemen is. De outillage is
evenwel onvoldoende. Spreker heeft een groot aantal punten op papier,
welke hij aan Burgemeester en Wethouders wil overhandigen. Hij heeft
met de exploitant van dit zwembad gesproken. Deze is bereid de gewenste
voorzieningen met de wethouder te bespreken. Dit zwembad heeft een
outillage, die ver blijft beneden het normale.
L-
De Heer TOXOPEUS heeft met voldoening naar de Heer Veldkamp
geluisterd. Spreker is het met de Heer Veldkamp eens, ook wat de
outillage van het zwembad „Het Ei" betreft. Hij vindt het antwoord van
Burgemeester en Wethouders ten opzichte van het familiebad niet bevre
digend. Hij schaart zich in de gelederen der voorstanders van het familie
bad. Spreker acht de bezwaren niet steekhoudend, dat er zodanige veran
deringen aan de bestaande zweminrichtingen nodig zijn, dat het gemengd
zonnebaden in geen geval mogelijk is. Gevaar voor zedenbederf zal bij
goed toezicht niet te duchten zijn. De gastvrije bossen kunnen daar meer
aanleiding toe geven. De toeristen schrikken als ze aan de ingang van
een zwembad worden teruggewezen. Zwemmen is een van de weinige
gezonde sporten, die in gezinsverband kunnen worden beoefend. Het komt
hierop neer, dat degenen, die zulks kunnen betalen, in vacantie en
weekends wel gemengd kunnen zwemmen (omdat ze naar het Noorden
of Zuiden gaan), terwijl anderen dit niet kunnen. Het zwembad te
Lochum is uitstekend geoutilleerd, terwijl er nog nooit iets gezien is, dat
in strijd met de goede zeden is. Spreker verzoekt Burgemeester en Wet
houders een voorstel te doen dat gaat in de richting van het familiebad.
i 1 'j sy umi
De Heer RATTINK verzoekt de outillage van het zwembad „Het Ei"
en van het Gemeentelijk kosteloze zwembad te verbeteren.
De Heer JONGBLOED is blij, dat een ander raadslid eens de kwestie
van het familiebad aangeroerd heeft. Spreker heeft aan het betoog van
de Heer Toxopeus weinig toe te voegen. Hij wist van het bestaan van
hetgeen door de Heer van Egeraat gezegd is, niets af.
Betreffende het familiebad meent spreker, dat Burgemeester en Wet
houders een afwijzing zoeken in omstandigheden, waarin voorzien kan
worden. Er was toegezegd, dat deze materie nog eens bezien zou worden,
doch hiervan is niets gekomen. Spreker sluit zich volkomen aan bij het
verzoek van de Heer Toxopeus om een voorstel te doen betreffende het
familiebad.
Vervolgens vraagt hij van Burgemeester en Wethouders de toezegging
om binnen een half jaar een voorstel ter tafel te brengen om tot oprich
ting van een tweede badhuis of van meerdere kleine badhuizen te geraken.
Het verheugt spreker ook van de zijde der K.V.P. een ander geluid te
hebben mogen horen, dan vroeger het geval was. Spreker heeft met
belangstelling een artikel gelezen in een rapport van het Centrum voor
Staatkundige Vorm, dat luidt als volgt:
„Het is een principiële plicht van de Katholieke politicus in gemengde
landen met de opvattingen van anderen rekening te houden."
De Heer MEIJS moet de Heer Jongbloed een illusie ontnemen. Het
standpunt der K.V.P. is nog steeds, dat de K.V.P. niet tegen gemengd
zwemmen is, maar wel tegen gemengd zonnebaden.