474 21 DECEMBER 1949 De heer BRAAKHUIS wil even spreken over de slechte bestrating van de middenterreinen van Nieuwe Ginnekenstraat en Wilhelmina- straat. Het antwoord van Burgemeester en Wethouders terzake, waarin gezegd' wordt, dat een plan ter verbetering wegens de hoge kosten voorlopig is terzijde gelegd, kan spreker niet bevredigen. Zijns inziens is een verbetering daar dringend nodig en het bestem men van die middengedeelten voor parkeergelegenheid zou voor velen een groot gemak betekenen. Spreker is bang, dat aanhouden hier op de lange baan schuiven betekent. Spreker's vraag over de verbetering van de Ulvenhoutselaan schijnt niet goed te zijn begrepen. Bedoeld was een verbetering te vragen, voor het kleine stukje fietspad ongeveer 100 meter gelegen tussen het pad op Breda's en dat op Nieuw-Ginnekens grondgebied. De heer KRAMERS drukt er zijn spijt over uit, dat het College nog geen oplossing gevonden heeft voor een centrale opslagplaats van afvalstoffen. De stadsverfraaiing zou daardoor een hele sprong vooruit kunnen maken. Spreker herinnert er aan, dat andere moei lijke vraagstukken toch ook opgelost kunnen worden, bijv. de ver plaatsing van het woonwagenkamp. Zou wethouder van Haperen ook zijn schouders niet eens willen zetten onder het vraagstuk van de centrale afvalopslagplaats? De heer BRINKERHOF wil bij post 98 der begroting opmerken, dat hij een klacht bij B. en W. heeft ingediend over een onderwerp dat met deze post verband houdt. Daarop heeft Spreker een ant woord ontvangen, dat door de heer Struycken als Loco Burgemees ter was getekend, waarin verzocht wordt de correspondentie als gesloten te beschouwen. Dit heeft Spreker zeer bevreemd en hij deelt mede, zich daaraan niet te willen houden. Integendeel zal hij in de eerstvolgende besloten zitting van de Raad de betreffende zaak ter sprake brengen. De heer VAN GILS verzoekt Burgemeester en Wethouders nog eens in overleg te treden met het Hoofdbestuur van P.T.T. om te trachten, de publieke telefooncellen weder aangesloten te krijgen. De heer Drs. VAN EGERAAT ziet in het onderwerp „stads- sehoon" een mooie gelegenheid de burgers meer in de gemeente zaken te betrekken. Hij doet de suggestie het publiek in de gele genheid te stellen, opmerkingen te maken over hetgeen in de ge meente veranderd of verbeterd kan worden. Ook in 1940 schijnt daartoe een plan te zijn geweest, en de ervaring moet toen geweest zijn, dat er inderdaad enkele zeer goede ideeën naar voren zijn ge komen. Spreker zou in overweging willen geven, de inzenders in twee categorieën te splitsen, namelijk de jongeren, die slechts een idee behoeven te geven of een fout aan te wijzen, terwijl van de ouderen bovendien kan worden gevraagd erbij aan te geven, hoe men zich de oplossing of verbetering voorstelt. De medewerking van de pers zal daarbij van groot belang zijn en de belangstelling zal kunnen worden verhoogd door voor goede opmerkingen enkele blijken van waardering beschikbaar te stellen. Voor de jeugd zal dit een prikkel tot zelfwerkzaamheid kunnen zijn en voorts een goed middel tot verhoging der belangstelling in gemeentezaken.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1949 | | pagina 474