21 DECEMBER 1949
477
positie scheppen, als nu in dit stadium het plan weer werd afge
keurd. Overigens kan Spreker zich de bezwaren van de heer Van
Oyen wel indenken. Daar staat echter tegenover dat de beeld
houwer, de heer Steenbergen, het beeld wel fraai heeft uitgevoerd.
De Provinciale Commissie in Den Bosch heeft Spreker verzekerd
dat dit monument het schoonste van heel Brabant zou worden.
Tot geruststelling van de heer Van Oyen kan Spreker zeggen, dat
de figuur zodanig is uitgewerkt,dat een goed gesloten geheel is
verkregen, dat niets provocerends heeft..
Ten slotte verklaart Spreker dat het idee, door de heer Van
Swol aan de hand gedaan, n.l. de verlichting van klokken te com
bineren met een of andere passende reclame, veel goeds bevat. Het
College wil gaarne trachten of langs deze weg een oplossing te
bereiken is.
De heer MOL vraagt of het mogelijk is, de diensten van Open
bare Werken en van Beplantingen zorgvuldiger te, coördineren.
De VOORZITTER is van mening, dat over de samenwerking tus
sen deze twee diensten niet te klagen is. Het is nu eenmaal zo, dat
de grote plannen eerst door Openbare Werken worden gemaakt
en grotendeels ook uitgevoerd. Pas als dat gereed is, komt Be
plantingen aan de beurt om de verfraaiing aan te brengen. Spreker
weet dat beide diensten er ernstig naar streven om waar mogelijk
samen te werken.
De heer MOL zet uiteen, dat ook bij het plannen maken de Dienst
der Beplantingen moet worden ingeschakeld. Deze dienst toch heeft
een eigen visie op de bepaling van de plaats van bomen en gras
velden evenals op ruimtewerking. Daarmee moet van de aanvang
af in een plan rekening worden gehouden, want als de gebouwen
er eenmaal staan is het daarvoor te laat. Doorlopend contact van
beide diensten acht Spreker daarom zeer nuttig en nodig.
De VOORZITTER verklaart nogmaals, dat dit contact naar zijn
mening reeds voldoende bestaat.
De heer BRINKERHOF deelt mede, dat plannen voor verbete
ring van de Wilhelminastraat en de Nieuwe Ginnekenstraat reeds
in de Bouwcommissie in behandeling zijn.
Met betrekking tot het vrijheidsbeeld stelt Spreker de vraag,
of in de commissie van voorbereiding alle kerkelijke gezindten wel
zijn vertegenwoordigd.
De VOORZITTER antwoordt, dat deze Commissie zeer veelzijdig
is samengesteld.
De heer BRINKERHOF wijst naar aanleiding van een brief van
de Minister van Binnenlandse Zaken aan de Gemeentebesturen over
plaatsing van onvolwaardige arbeidskrachten in gemeentedienst, op
de mogelijkheid, enige uit Indonesië terugkerende onvolwaardige
arbeidskrachten in dienst te stellen als bewakers van de rijwiel
stallingen.
De VOORZITTER zegt, dit te zullen overwegen, maar vreest nu
reeds, dat dit tot moeilijkheden aanleiding zal geven.