478 21 DECEMBER 1949 De heer JONGBLOED vraagt het College om de bestaande af valbergplaatsen, die er nu wel heel ongunstig uitzien, zolang er geen centrale opslagruimte is, te willen doen verbeteren of be hoorlijk door afscheiding aan het zicht onttrekken. In het bijzonder heeft Spreker het oog op de afvalverzameling in de nabijheid van het Heuvelkwartier. Voorts vraagt Spreker of het mogelijk is, het zeer onfraaie uit zicht op de achterzijde van de woningen aan de Baronielaan min of meer te verbeteren. Zoals het er nu uitziet lijkt het op het uit zicht vanuit de trein op het vooroorlogse Rotterdam. Spreker vraagt tenslotte of de opdracht voor het bevrijdings monument is uitgegaan van de gemeente. De VOORZITTER zegt, dat het gemeentebestuur wel heeft mee gewerkt aan het bijeenbrengen van het nodige geld. Spreker weet niet of de bijeengebrachte som voldoende zal zijn. Alle kosten ter zake zijn nog niet bekend. Mocht het bedrag onvoldoende zijn, dan zal getracht worden door bijdragen van de burgerij een aanvulling te verkrijgen. Thans is daarvoor het ogenblik nog niet gunstig. Als men het beeld kan tonen, is het gemakkelijker er de mensen vooir te interesseren. De heer DIRVEN merkt op, dat de kosten van urinoirs z.i. met 500.- veel te laag zijn geraamd. De bestaande urinoirs zijn op verschillende plaatsen niet meer dan een beetje oud roest. Spreker vraagt geen kostbare voorzieningen, maar zou toch gaarne de oude gelegenheden zien opgeruimd en vervangen door eenvoudige nieuwe. De VOORZITTER zegt, dat het inderdaad de bedoeling van het College is, de oude urinoirs op te ruimen en door nieuwe te doen vervangen. Echter willen Burgemeester en Wethouders dit zeer geleidelijk doen. De heer COSIJN acht het beter als de oude urinoirs aan Mark kade en Tramsingel maar meteen worden opgeruimd, aangezien deze volkomen versleten moeten worden geacht. De VOORZITTER maant tot voorzichtigheid. Opruimen is heel gemakkelijk, maar wanneer dan blijkt, dat er weer nieuwe zullen moeten komen, zit men voor de kosten. De heer VAN OYEN vraagt of College van Burgemeester en Wethouders aan de dienst van Beplantingen opdracht wil geven om de bomen aan de Emmastraat te doen snoeien. De VOORZITTER zal de wenk aan de Commissie voor de Be plantingen doorgeven. Hoofdstuk VII. De heer Mr TOXOPEUS wenst nog te spreken over de door hem gestelde vraag betreffende het aankopen van panden voor eigen gebruik door de gemeente. Spreker is bekend, dat zich een geval heeft voorgedaan, waarbij achteraf bleek, dat het aangekochte pand niet ter beschikking kwam. Achten Burgemeester en Wethouders

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1949 | | pagina 478