21 DECEMBER 1949 483 cïaar wel goed werk zou kunnen doen. Wij hebben echter in Breda de Culturele Werkgemeenschap, die een zeer bloeiende sectie voor de jeugdzaken heeft. Na rijp beraad is destijds besloten, dat de wethouder geen voorzitter van deze sectie zou zijn, maar ervoor te zorgen, dat deze sectie jeugd een typisch orgaan van de C.W.G. zou blijven. De door deze organisatie reeds getoonde initiatieven en resultaten doen het beste voor de toekomst verwachten. Ook de Speeltuincommissie van de C.W.G. heeft haar bestaansrecht reeds dubbel en dwars bewezen. Voor een nieuwe commissie lijkt dan ook op dit ogenblik geen plaats meer. De toestand zou er nodeloos in gewikkeld door worden, en het raadplegen van weer een nieuwe instantie zou weer meer tijd kosten. Tegen het instellen van een commissie van bijstand voor onder wijszaken heeft Spreker geen bezwaar. Desgewenst kan deze com missie zich ook wel eens bezighouden met jeugdaangelegenheden en contact houden met de sectie Jeugd van de C.W.G. Anders staat het met een onderzoek naar de situatie van het openbaar lager onderwijs. Naar Spreker meent is het O.L.O. reeds te veel over de tong gegaan. Het zou veel verstandiger zijn, dc zaak nu eens te laten rusten. Te meer, nu door allerlei maatrege len reeds verbeteringen zijn bereikt of binnenkort kunnen worden verwacht. De openbare school heeft nu nodig een poosje met rust te worden gelaten. Er zijn nog wel moeilijkheden en bezwaren, doch veel daarover praten in het openbaar kan daar niets aan ver beteren. In het algemeen genomen is de situatie op het ogenblik niet ongunstig. Generaliseren maakt een slechte indruk op de bur gerij en schaadt alle openbare scholen. Het uitlenen van bibliotheekboeken aan de schoolkindeen heeft Spreker onlangs nog met het Hoofd der school besproken. Op de klacht van het Hoofd, dat de boeken meestal als scheurpapier te rug worden ontvangen, heeft Spreker geantwoord, dat de uitlening toch maar moet worden doorgezet. Het zal dan wel meer geld kos ten, maar alles moet leren. De kinderen zullen dus ook moeten leren, de boeken netjes te behandelen en daardoor zullen zij tevens de weg leren vinden naar de openbare leeszalen. Dit zal wel niet snel gaan, maar het is de moeite waard het te proberen. Ook over verbetering van de onderwijsmethodiek is met de school hoofden gesproken. Thans is een rapport opgemaakt, dat met het personeel zal worden bestudeerd. Het goede eruit kan dan voor uitvoering in aanmerking komen. De Raad kan uit een en ander zien, dat het College geenszins van plan is, het openbaar onderwijs maar aan zijn lot over te laten. Spreker betreurt het daarom, dat de publieke opinie steeds weer door de besprekingen wordt ver ontrust. Overigens staat het geval Breda niet alleen. In het ge hele land valt een teruggang te constateren van het openbaar on derwijs. Dit moet waarschijnlijk worden toegeschreven aan het feit, dat de bijzondere scholen, te Breda het neutraal bijzonder on derwijs (Nutsschool) een groter aantrekkingskracht schijnt uit te oefenen. Het is Spreker's overtuiging, dat een commissie ad hoe, als door de heer Brekelmans is gevraagd, nu niet wenselijk is. Wel wil Spreker het idee van een vaste commissie van Bijstand voor on derwijszaken overnemen. Deze commissie zal zich in voorkomende gevallen ook wel met jeugdzaken kunnen bezighouden, doch slechts als secondair doel. Spreker meent, dat het heel moeilijk zal zijn, de vermenigvuldi-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1949 | | pagina 483