21 DECEMBER 1949
487
de besluiten tot vaststelling van de bedragen artt. 55bis en 101 der
L.O. wet wel afzonderlijk moeten worden vastgesteld en ingezonden.
Gedeputeerde Staten hebben medegedeeld, daar prijs op te stellen.
De Raad besluit overeenkomstig deze voorstellen.
De heer VAN DEN EEDEN vraagt of de opheffing van de
schoolmelkverstrekking tevens betekent, dat de gemeente terzake
geen uitgaven meer zal doen?
De wethouder STRUYCKEN bevestigt dit en zegt, dat het be
drag ad 1000.- uitgetrokken op post nr. 1016 kan vervallen.
De heer JONGBLOED verzoekt het College te willen mededelen,
of al iets naders bekend geworden is betreffende het meisjeslyceum.
Burgemeester en Wethouders zeggen in de Memorie van Antwoord1,
dat er een Rijkssubsidie op komst is. Is dit al definitief?
De wethouder Mr. STRUYCKEN deelt mede, dat de hoop en de
verwachting bestaat, dat er inderdaad een rijkssubsidie zal worden
verstrekt. Een definitieve beslissing schijnt echter nog niet te zijn
gevallen.
De heer JONGBLOED wil nog eens onderstrepen, dat het niet de
bedoeling van de Raad kan zijn, een subsidie voor meerdere jaren
te voteren, doch slechts als overgangsstadium, nu het rijksbesluit
nog niet is afgekomen.
Wethouder Mr. STRUYCKEN verwacht de beslissing van het
Departement wel in dit begrotingsjaar.
De heer JONGBLOED vraagt, of het de bedoeling is, dan het
gemeentelijk subsidie in te trekken en de begrotingspost weer te
verminderen.
De wethouder Mr. STRUYCKEN merkt op, dat onder deze begro
tingspost ook andere uitgaven geraamd zijn. Bovendien moet er
rekening mede worden gehouden, dat het schooljaar voor het
lyceum loopt van September tot September.
De heer VAN SWOL zegt het nijverheidsonderwijs, zijnde de op
leiding voor vaklieden, van zeer groot belang te achten. Er is nu
reeds een tekort aan geschoolde arbeidskrachten. Door de toenemen
de industrialisatie, waarnaar de regering streeft, zal het tekort aan
goede vaklieden nog groter worden. Niet alleen voor Brabant, maar
ook voor Breda is het van belang het nijverheidsonderwijs zo goed
mogelijk te verzorgen, aangezien vele en velerlei Bredase industrie-
en daarvan zullen kunnen profiteren.
Vooral met het oog op het steeds vernuftiger worden der indu-
strieële machines en apparaten, acht spreker een tweejarige vak
opleiding met een voorbereidende klasse niet voldoende om de jon
gelui behoorlijk op te leiden. Een uitstekend vakman is niet alleen
van belang voor de industrie, maar is ook een tevreden mens, aan
gezien hij er een eer in zal stellen, zijn werk zo goed mogelijk te
doen. De jongelui die nu de ambachtsschool verlaten, beginnen hun
loopbaan met de illusie, dat zij heel wat geleerd hebben en komen