490 21 DECEMBER 1949 De wethouder Mr. STRUYCKEN deelt mede, dat uitbreiding van het ambachtsonderwijs al meermalen onderzocht is. Een derde leer jaar, bestaande uit gedeeltelijk theorie en gedeeltelijk praktijk kon helaas nog niet verwezenlijkt worden. Om echter toch reeds enige verbetering te kunnen bereiken is besloten te trachten een jaar vooraan de cursus te plakken. Spreker is er zich wel van bewust, dat dit echter niet de definitieve oplossing van het vraagstuk kan zijn. Een groot bezwaar is ook het gebrek aan ruimte in de ambachts school. Naarmate er meer cursussen komen, wordt dit gebrek steeds nijpender. De school is vol. Een nieuwe ambachtsschool zou de beste oplossing zijn. Spreker zal dit probleem verder blijven bestuderen en hoopt binnen afzienbare tijd de Raad een voorstel te kunnen voorleggen. De opmerking, dat het timmeronderwijs niet aan de praktijk van het bedrijfsleven is aangepast, kan spreker niet onderschrijven. Er worden in de ambachtsschool zeker ook grote stukken samenge steld. Spreker wil zich echter hierover nog nader op de hoogte stel len en deze dingen met de Directeur en de Commissie van Toezicht eens bespreken. De Directeur is steeds te vinden voor vernieuwing en modernise ren. De pas ingevoerde metselcursus bewijst dit. Over het invoeren van handenarbeid kan spreker zeggen, dat het ruimtebezwaar van de scholen hier nog in de weg staat. Daaren tegen is de moeilijkheid om te beschikken over bevoegde leerkrach ten iets gunstiger geworden, daar geleidelijk de nodige opleiders wel ter beschikking komen. De besproken loonderving acht spreker niet een zeer grote factor. Gaarne wil hij overwegen of de mogelijkheid bestaat een klein be drag op de begroting te plaatsen ter tegemoetkoming in deze moei lijkheid. Overigens denkt spreker niet dat dit veel zal helpen. Voor de machinistencursus wordt reeds een tegemoetkoming van ƒ500.- of 600.- gegeven en toch geven niet voldoende leerlingen zich daar voor op. Spreker vermoedt dat psychologische factoren hier een grotere rol spelen. De appreciatie van de vakman is er de laatse tijd wel veel op vooruit gegaan. Gelukkig is het verschijnsel dat iedereen een MULO- diploma wenst wat aan het afnemen. De propaganda voor het am bachtsonderwijs begint dus al vruchten af te werpen. Over de cursussen voor de jonge boerenbevolking zal waarschijn lijk wethouder van Haperen wel het een en ander willen zeggen. De wethouder VAN HAPEREN deelt mede, dat naar zijn mening het land- en tuinbouwonderwijs in Brabant behoorlijk is geregeld. Spreker geeft daarbij een overzicht van de scholen en cursussen op dit gebied, ook in de naaste omgeving van Breda, waaruit blijkt, dat vooral de N.C.B. zich zeer voor dit soort onderwijs verdienstelijk maakt. Ook de boerenorganisaties zijn zich zeer goed bewust van het feit, dat de jonge boer, wanneer hij aan zijn lot zal worden overgelaten, uiteindelijk nog slechts te kiezen zal hebben tussen de fabriek of de. D.U.W. Er is echter niet te vrezen, dat dit zal ge beuren, aangezien in Breda reeds minstens 7 cursussen voor de boeren gegeven worden. De VOORZITTER verzoekt de raadsleden hun beschouwingen in tweede instantie zo kort mogelijk te formuleren.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1949 | | pagina 490