21 DECEMBER 1949 499 is geweest, hetwelk deze bestrijding ter hand heeft genomen, zowel wat uitvoering als wat financiering betreft. Nu kunnen wij er volledig mee instemmen en wij kunnen het zelfs toejuichen, dat de burgerlijke overheid aan het particuliere initiatief al datgene over laat wat dit zelf beter kan doen; dit sluit echter niet uit de ver antwoordelijkheid van de burgerlijke overheid om dit particuliere initiatief te steunen en door haar subsidie politiek mede te helpen om de materiële voorwaarden te scheppen, waaraan voldaan moet worden, wil de bestrijding der wijk a-socialiteit mogelijk worden, In onze stad is de bestrijding der a-socialiteit tot dusver speciaal ter hand genomen door de Pius X Stichting, anders gezegd door het Catechistenwerk. Het kan niet ontkend worden, dat dit werk in het verleden door de gemeentelijke overheid werd gesubsidieerd, doch vergelijkt men de gemeentelijke e.a. subsidie met de behoeften in het wijkwerk, mede in het licht van het grote belang van de be strijding der a-socialiteit, hetwelk prevaleert boven menig cultu reel en ander sociaal belang, dan moet geconcludeerd worden, dat de tot dusver verleende subsidie een zeer bescheidene is te noemen. Juist vanwege het grote maatschappelijk- en zedelijk belang van de opheffing der a-sociale gezinnen heeft de Pius X Stichting het wenselijk geacht in de toekomst het wijkwerk onder een geheel eigen bestuur in nieuwe banen te leiden. Dit bestuur, hetwelk zich tot U heeft gewend, achtte zich ver plicht in verband met het belang van de bestrijding der a-socialiteit in de stad Breda, bij U met klem aan te dringen op een herziening van de subsidiëring van dit werk. Het stemt tot voldoening, mijn heer de Voorzitter, dat Uw College, zij het dan op bescheiden wijze, aan dit verzoek is tegemoet gekomen. Deze voldoening is groter, nu ook gewezen kan worden op daadwerkelijke resultaten. De toe gepaste methode is zodanig dat verschillende gezinnen, die haar werking hebben ondergaan uit a-sociale wijken konden worden overgebracht naar meer sociale wijken en daar een volwaardige plaats kunnen innemen. Het werk heeft dus inderdaad nuttig ef fect. Bezie ik dan het nadelig saldo der begroting en het toege kende subsidie, dan constateer ik, dat het subsidie laag te noemen is. Ik heb echter oog voor de moeilijkheden, waarmede ook de Ge meente te maken heeft, doch wanneer de wethouder van Financiën gesproken heeft van verlaging van subsidie in de toekomst, dan moet ik toch wel zeggen, dat dit subsidie minimaal te noemen is en ik aarzel niet dit werk een zodanig gemeentelijk belang te noe men, dat verlaging van dit subsidie naar mijn smaak in de toekomst uitgesloten moet worden geacht. Mijnheer de Voorzitter, U en de Raad zijn trots op onze goede stad. Wij hebben graag, dat onze gemeente met andere kan wed ijveren. Hier in Breda hebben wij een voorbeeld voor andere ge meenten, over de wijze hoe a-socialiteit inderdaad daadwerkelijk bestreden kan en moet worden. En voor het belang van het werk en voor het gemeentelijke belang en ook voor de inwoners van Breda, spreek ik de wens uit, dat dit werk moge gaan leven voor de burgers van onze stad, dat zij hun medeverantwoordelijkheid voor de oplossing van dit vraagstuk zullen gaan erkennen en last not least, dat U steeds zult weten wat Uw gemeenschapsverant woordelijkheid van dit werk vordert n.l. het medeinstandhouden van dit werk tot uitroeiing van de kanker der a-socialiteit. Ik dank U.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1949 | | pagina 499