21 DECEMBER 1949 501 verzamelen, waardoor kostbare tijd verloren gaat; daardoor kan zij niet haar volle krachten aan het werk geven. Wat de gezinsverzorgster betreft, zij is volkomen onmisbaar in de wijk. Gedurende weken vertoeft zij dagelijks in het gezin. Zij laat de moeder zelf meewerken, leert haar zich een dagtaak aan te wennen, leert haar het inkomen op de meest efficiënte manier te besteden en is behulpzaam bij de opvoeding der kinderen en hunne verzorging. Dit is letterlijk „Maatschappelijke Gezinsopbouw". Twee verzorgsters per wijk is geen overbodige luxe. Breda nam, bij monde van Mgr. Frencken, tot dit werk het ini tiatief. Het is hier dan ook uitgegroeid tot voorbeeld van het ge hele land. Hoewel deze theoretische beschouwing onvolmaakt is, is het m.i. toch van belang. Even belangrijk als voor het Gemeentebestuur als het be zichtigen van huizen, is het, zich op de hoogte te stellen van datgene wat door het particulier initiatief op dit gebied wordt tot stand ge bracht. De leidsters der wijkhuizen zullen U gaarne ontvangen. U weet dan meteen waar het geld der subsidie voor gegeven wordt. Mijnheer de Voorzitter, ik ben de overtuiging toegedaan, dat een gemeente zich gelukkig mag prijzen, wanneer zij een instituut binnen haar muren heeft, dat mensen kan opbrengen bereid dit werk, dat zo'n voorname plaats inneemt in onze stad, uit te voeren en door te zetten. Ik vraag daarvoor de overvloedige steun en medewerking van de gehele Gemeenteraad, opdat het wijkwerk moge bloeien en vrucht- dragen voor onze stad Breda. Ik dank U. De Heer RATTINK heeft gelezen, dat de a-socialiteit een zoda nige omvang heeft aangenomen, dat het niet verantwoord is de situatie te laten, zoals ze op het ogenblik is. Derhalve wordt het aantal wijkhuizen van 5 tot 7 gebracht en het subsidie met 4500.- verhoogd. Spreker is het met het ter visie liggende verslag van het wijkwerk niet eens. Is het noodzakelijk, dat in de Belcrumpolder een tweede wijkhuis moet komen? Is eveneens een wijkhuis in de van Vlietstraat noodzakelijk? Hij spreekt over de Belcrumpolder en de van Vlietstraat, omdat Burgemeester en Wethouders daar een wijkhuis wensen. Verschillende personen kennen aan de a-soci aliteit een verschillende begrip toe. Daarom wil spreker vragen wat onder a-socialiteit verstaan dient te worden. Is de a-socialiteit in deze Gemeente zodanig toegenomen, dat nieuwe wijkhuizen ge creëerd moeten worden? Het subsidie-verzoek bevat dienaangaande geen concrete gegevens; met het begrip „a-socialiteit" dient men voorzichtig te zijn. Hij is geen tegenstander van dat wijkwerk, zo dat hij geen bezwaar heeft tegen het subsidie van 6000.-. Spreker heeft echter wel bezwaar tegen een verhoging met 4500.-. De Heer JONGBLOED behoort tot degenen, die het wijkwerk op prijsstellen. Breda heeft van dit werk niet de primeur. Het wijk werk is al oud. Hij heeft zelf in de jaren 19231930 in Drente hier aan medegewerkt. In de venen waren reeds wijkhuizen. Daar heeft hij dit werk leren waarderen. Met het begrip a-soci- aliteit dient men voorzichtig te zijn. Er moeten nog wijkhuizen bij komen, zodat men tot de conclusie zou kunnen komen, dat een groot deel der Bredase bevolking uit a-socialen bestaat. Zodanig behoort

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1949 | | pagina 501