502
21 DECEMBER 1949
dit echter niet opgevat te worden. De wijkhuizen hebben een bre
dere taak. Het zou onjuist zijn iemand spoedig a-sociaal te noemen.
Hieromtrent heeft spreker 40 jaar geleden een les gehad. In een
vergadering voor geheelonthouding verweet hij de bevolking, dat
ze teveel geld uitgaf voor sterke drank. Hiermede had hij echter
te veel gezegd, zodat hij de bescherming van de dominé nodig had
om een pak slaag te ontlopen. Spreker heeft dit verteld ter illustra
tie. Hedenavond wordt gesproken over a-socialiteit. De eerste wijk
huizen ontstonden in dat deel der stad, waar reeds a-socialen woon
den, die door het bouwen van woningen voor economisch zwakke
ren in deze wijk bij-een gebracht waren.
Zulks geldt momenteel echter voor enkele delen der stad. Of de
a-socialiteit toegenomen is, weet spreker niet. Hij denkt echter van
niet. Hij geeft toe, dat de jeugd baldadig is, maar veronderstelt
toch dat de a-socialiteit niet zo erg toegenomen is. Neemt ze toe,
dan is dat treurig te noemen. Dank zij het wijkwerk is er tegen
de a-socialiteit goed werk verricht. Op de begroting staat een post
van 2400.- als salaris van het hoofd der wijk. De begroting geeft
geen juist beeld van de financiële positie van het wijkwerk. Zo
kostte bijv. een reisje naar Volendam 180.-. Hiervoor was geen
crediet. Spreker constateert slechts een feit. Het is zodoende moei
lijk om het nadelig saldo van zo'n wijkhuis vast te stellen. Ook is
het opvallend, dat de inkomsten der wijkhuizen zeer uiteenlopen.
Het wijkhuis in het Westeinde heeft de grootste inkomsten. De op
stelling der begroting dient een commerciële grondslag te hebben,
zoals posten voor afschrijving van gebouwen, meubilair enz. Spre
ker heeft tegen het wijkwerk geen bezwaar. Hij zou dit werk de
vrije hand willen laten. Het subsidie dien echter voor dat deel van
het werk gegeven te worden, dat onder „het algemene werk" wordt
verstaan. Het is ook de bedoeling om kerkbezoek te stimuleren.
Er worden ook pogingen aangewend om de kinderen naar katho
lieken scholen te zenden. Daarvoor dient echter niet het gemeen
telijk subsidie. Wel dient het subsidie voor het neutrale werk. Wat
de uitbreiding van het wijkwerk betreft, merkt spreker op, dat de
Raad niet beoordeelt, hoeveel wijkhuizen er moeten zijn.
De Gemeente zegge ieder jaar: er kan voor dit werk een be
paald bedrag, bijv. ƒ10.000.- uitgetrokken worden. Dus niet een
bedrag voor ieder wijkhuis.
Spreker's opvatting is, dat het noodzakelijkste werk reeds gedaan
is, zodat men voorzichtig moet zijn met een te grote uitbreiding.
De Heer SCHIJEN wenst 2 opmerkingen te maken. Met de
sociale zijde beginnende wil spreker, evenals de Heer Jongbloed,
voorzichtig zijn met de naam. Hij is echter niet bang voor uit
breiding van het wijkwerk buiten de a-sociale wijken. Zijn visie op
het welvaarjsplan is niet optimistisch. Nederland krijgt zijn 3e
loonronde, terwijl Frankrijk reeds zijn 8e devaluatie meemaakt. In
de toekomst zijn in verschillende arbeiderswijken belangrijke fi
nanciële en economische klappen te incasseren. Dan moet dit werk
gereed zijn om de helpende hand te kunnen bieden en het leed te
kunnen verzachten.
Vervolgens wil spreker een algemene opmerking maken over de
subsidie-politiek. Spreker verzoekt meer evenwicht tussen sociale-
en culturele zorg.
De wethouder meent, dat het evenwicht reeds bestaat. De cijfers