506
21 DECEMBER 1949
Nu wil spreker graag toegeven, dat het zeer moeilijk is om de
juiste grens aan te geven waarbij a-socialiteit begint en hij zou
niet graag bepaalde wijken met het stempel „a-sociaal" bedrukken.
Maar hij heeft daarover ook niet gesproken. Spreker heeft het n.l.
ook gehad over zwak-socialiteit en het valt niet te ontkennen dat
in verschillende wijken de zwak-socialiteit meer werkend is dan
men aanvankelijk wel zou menen. Met zwak-socialen bedoelt spre
ker uitdrukkelijk niet de arme mensen zonder meer en zeker niet
de categorie der arbeiders. A-socialen en zwak-socialen komen uit
alle milieux's, alhoewel het mogelijk is dat personen uit a-sociale
gezinnen zich moeilijk er onder uit kunnen werken. Hier grijpt het
wijkwerk repressief in, maar preventie is eveneens nodig.
Spreker herinnert in dit verband aan het betoog van Dr. Ver
haak ovr de t.b.c.-bestrijding. De Klokkenberg is van een repressieve
werking, de maatregelen welke Dr. Verhaak bedoelt zijn er voor de
preventieve werking. Het meeste succes van het wijkwerk is te
verwachten bij de zwak-socialen. Wij bewaren de stad met derge
lijke maatregelen voor een toekomstige a-socialiteit. Waar het
werk moet beginnen is een moeilijk probleem, doch spreker wijst
er op, dat het bestuur van het wijkwerk alles op alles zet om de
zaak deskundig en verantwoord aan te pakken. Het heeft daartoe
in het bestuur deskundigen aangetrokken: mensen die op sociaal
gebied thuis zijn, een sociaal psycholoog, een financieel deskundige,
terwijl ook overwogen wordt een medicus aan te zoeken. Dit college
moet beoordelen of er in bepaalde wijken wijkwerk moet kotmen.
Dat bepaalde gedeelten van de Belcrumpolder en de van Vlietstraat
a-sociaal zijn wil spreker niet gaarne beweren. Het woord a-sociaal
is in dit verband zeer gevaarlijk. In hoeverre hier maatschappelijke
opheffing plaats moet hebben, moet deskundig bezien worden.
Er is de vraag gesteld of de a-socialiteit zo toeneemt en men
meent dat het zo'n vaart niet loopt. Dit zou spréker niet graag on
derschrijven. Hij verwijst naar de publicatie van Dr. van Rooyen
„Gezinnen in Nood".
De kanker der a-socialiteit neemt ook al in verband met erfe
lijke belastheid sterk toe.
Wat de financiën betreft merkt spreker op dat het wijkwerk van
het Westeinde inderdaad de meeste inkomsten heeft. Dit is echter
enerzijds toe te schrijven aan de populariteit, welke dit werk heeft,
anderzijds aan de resultaten welke dit werk in die wijk reeds boekt.
Spreker wijst er op hoe deze mensen toneelspelen, er zelf op staan
contributie te betalen e.d. Hier blijkt dat de bestrijding der a-soci-
aliteit effectief werkt.
Dat de aangeduide bepaling zakelijk is opgezet is noodzakelijk,
hetwelk de heer Jongbloed wel zal begrijpen. Wat deze opmerking
betreft over de geestelijke zijde van het werk, verwijst spreker
eveneens naar de opmerkingen van de Heer van Egeraat welke hij
geheel onderschrijft, maar bovendien wijst hij er op dat langs de
godsdienstige zijde de maatschappelijke geest vaak beïnvloed kan
worden.
Samenvattend is spreker dankbaar dat het College van Burge
meester en Wethouders de begrotingspost heeft willen verhogen.
Spreker leeft erg in de financiële moeilijkheden van de gemeente
en kan dus wel begrijpen dat het subsidie niet steeds verhoogd kan
worden. Men houde echter in het oog, dat het subsidie minimaal
is en dat thans lasten liggen op schouders, waar ze eigenlijk niet