21 DECEMBER 1949 507 mogen liggen, dit naar aanleiding van de opmerking van de Wet houder van Financiën over de salarissen. Spreker eindigt met de wens uit te spreken dat het werk de be langstelling van Burgemeester en Wethouders en Raad moge houden in de toekomst. De VOORZITTER komt, indien hij de meningen der diverse spre kers samenvat, tot de conclusie, dat de Raad sympathiek staat tegenover het wijkwerk en dat de Raad geen bezwaar heeft tegen de subsidieverhoging, zoals door de begrotingspost reeds wordt aan gegeven. De heer JONGBLOED wil nog even terugkomen op het gezegde van de heren Meys en van Egeraat. Spreker zou door de gehele stad het wijkwerk willen hebben, maar wil daarbij toch niet zeggen, dat de Overheid over de gehele lijn moet steunen, maar slechts dat deel der bevolking, dat financiëel niet in staat is, in de kosten bij te dragen. De. heer van Egeraat heeft opgemerkt, dat een scheiding moeilijk te maken is. De gemeente behoort echter zulks wel te doen. Naast het algemene wijkwerk, kent men ook het engere. Spreker gelooft niet, dat de a-socialiteit toeneemt. Dat het aantal kinderen op de B.L.O.-scholen toeneemt zegt zeer weinig. Vroeger bezochten ze de lagere scholen. Tegenwoordig worden ze meer gescheiden. De heer SCHIJEN merkt op een vraag gesteld te hebben over het subsidiebeleid van de gemeente. In het verlenen van subsidies be staat geen vaste lijn. De VOORZITTER zegt, dat alle subsidies door de Raad gevoteerd zijn geweest. Als het tijdstip van het inkorten aangebroken is, kan deze materie bezien worden. De tijd hiervoor is misschien niet ver meer af. De heer JONGBLOED wil Burgemeester en Wethouders dank brengen voor het subsidie ten behoeve van de arbeidersontwikke ling, vermeld onder volgnummer 1099 en voor het subsidie aan de K.A.B. vermeld onder volgnummer 1094. Spreker wil niet aandrin gen op subsidieverhoging. Het subsidie voor het Instituut voor arbeidersontwikkeling wordt pas het komende jaar ontvangen. Daardoor komt het Instituut in financiële moeilijkheden, zodat het genoodzaakt zal zijn gelden op te nemen. De VOORZITTER dankt de heer Jongbloed voor het compliment. Een gedeelte van het subsidie kan wel, na goedkeuring der begro ting, verstrekt worden om het instituut voor moeilijkheden te be hoeden. De heer JONGBLOED zegt, dat het komende jaar door het Bur gerlijk Armbestuur 8000.verstrekt wordt voor gezinszorg. Voor het jaar 1950 heeft spreker geen bezwaar. Hij verzoekt voor het jaar 1951 dit bedrag over te brengen naar de gemeente-begroting. Het subsidie aan het Burgerlijk Armbestuur is hoger dan het jaar tevoren. Spreker wijst er op, dat de gemeente het voordelig werken van de Noodwet Drees te boven is.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1949 | | pagina 507