508 21 DECEMBER 1949 Hij wil bij Burgemeester en Wethouders aandringen op werkge legenheid, indien onverhoopt de werkloosheid de kop opsteekt. Spreker wijst in dit geval op hetgeen M'r. Dr. Verrijn gezegd heeft om bij massawerklooshied werkobjecten voorbereid' te hebben, zodat men dan niet op steun aangewezen is, doch in eigen objecten te werk gesteld kan worden. De heer VAN DEN EEDEN komt uit de aard van zijn functie in aanraking met de dienst van Maatschappelijk Hulpbetoon. Spreker wil directeur en ambtenaren dank brengen. De outillage van deze dienst maakt een rommelige indruk, de meubilering is slecht te noemen. Hij vraagt de aandacht voor de inventaris. Hierna zegt spreker het volgende: Met ingang van 1 October 1948 zijn de uitkeringen voor rente trekkers ingevolge de Invaliditeitswet verhoogd met een toeslag benevens met eventuele gezinstoeslag en kinderbijslag. Door deze maatregel wil de overheid' enigermate tegemoetkomen in de zeer moeilijke omstandigheden, waarin vele gezinnen van rentetrekkers bij de huidige spanning tussen inkomsten en prijzen zijn komen te verkeren. Het wil ons voorkomen, dat verschillende van deze mensen van Maatschappelijk Hulpbetoon of Burgerlijk Armbestuur een onder steuning ter aanvulling van de zeer geringe inkomsten genieten. Als wij goed zijn geinformeerd heeft Maatschappelijk Hulpbetoon bovengenoemde toeslag in aanmerking gebracht om de toeslag stop te zetten en de toeslag die men ontving ingevolge de Invaliditeits wet geheel of gedeeltelijk ingehouden ter afslossing van genoten ondersteuning. Indien mijn informaties of indrukken juist zijn wil het mij voor komen, dat door een dergelijke regeling niet enkel de bedoeling van bovengenoemde overheidsmaatregel wordt te niet gedaan, maar ook en vooral, de onderhavige gezinnen die door hun minimum inkomen toch reeds een aanzienlijke achterstand hebben thans, door de toe genomen en wellicht nog toenemende spanning tussen Ionen-prijzen, in een nog groter noodtoestand dan voorheen komen te verkeren. Ik zal het gemeentebestuur, in het bijzonder de wethouder van Sociale Zaken, zeer erkentelijk zijn en met mij de betreffende personen in wier gezinnen dikwijls grote nood en armoede heerst dat de ondersteuning zo niet in zijn geheel, dan toch voor een deel gehand haafd blijft en daar waar een bepaald bedrag is moeten worden terugbetaald geheel of gedeeltelijk te restitueren. Daarnaast zou ik Burgemeester en Wethouders willen verzoeken zo mogelijk te overwegen om de steunnormen in gunstige zin te willen herzien in verband met de devaluatie en daarmee gepaard gaande stijging van de prijzen voor het noodzakelijke levensonder houd. De heer VAN GILS merkt op, dat er een nieuw reglement voor de dienst van het Maatschappelijk Hulpbetoon te wachten staat. Spreker dankt Burgemeester en Wethouders voor de gegeven uit eenzetting. Door wie wordt het reglement vastgesteld? De heer COSIJN zegt het volgende: M. de V. Het heeft mij voldoening geschonken dat, in het ant woord van Burgemeester en Wethouders op het Centraal Rapport, duidelijk naar voren komt, dat u het uit sociaal oogpunt noodzake-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1949 | | pagina 508