Besloten vergadering van de Baad, gehouden vóór
de openbare Eaadsvergadering op 20 Mei 1949»
De Voorzitter deelt niede, dat de heer Brinkerhof verzocht
heeft om in besloten vergadering bijeen te komen»
Be heer Brinkerhof zegt dit verzoek gedaan te hebben naar
aanleiding""van punt 1i5 der agenda. Spreker merkt op, dat in
het voorstel tot benoeming van leden der Schattingscommissie
slechts namen dienen voor te komen van personen, die geen
directe belangen hebben bij het schatten van grond.
Hij verzoekt derhalve punt 15 van de agenda terug te nemen
om het voorstel te herzien.
De Voorzitter antwoordt, dat het schatten van gronden ten
behoede van~Eet Grondbedrijf geen speculatief doel heeft. Br
zijn trouwens niet veel schatters, zodat de schatters die er
zijn, niet voor het hoofd gestoten dienen te worden. Bij de
grondruil met het Bijk zijn door het Bijk 2 schatters en door
de gemeente 1 schatter aangewezen. Deze schatter wordt in het
voorstel genoemd. Het zou niet juist zijn, indien deze persoon
na zeer belangrijk werk verricht te hebben, nu niet meer op de
voordracht zou voorkomen.
De commissie dient slechts om de boekwaarde van de gronden van
het Grondbedrijf te bepalen.
De heer Brinkerhof meende, dat de schatters betrokken waren
bij gronïïaanEoop~3oor de gemeente. ïïu zulks echter niet het
geval blijkt te zijn, heeft spreker tegen bedoeld voorstel
geen bedenkingen.
De heer «jongbloed Vraagt of bij grondverkoop door de gemeente
de schatTêrs~Ingeschakeld worden.
De Voorzitter antwoordt ontkennend en zegt, dat zowel de aan-
als verïcopêïTgeschieden onafhankelijk van deze schatters.
De heer Jongbloed wil nog een ander agendapunt aansnijden en
wel punt~?S" betreffende het voorstel tot aankoop van grond
nabij de Heuvelstraat van C.J.Goos. Het voorstel heeft spreker
te laat bereikt om nog in studie genomen te kunnen worden.
Hij is echter de mening toegedaan, dat het bedrag, met deze
aankoop gemoeid, wel wat aan de hoge kant is in verhouding
tot de grootte van het stuk grond. Dit betreft niet de grond
prijs, maar wel de 2 hoeken aan de straat en de schatting van
de waarde der opstallen.
Spreker acht het beter, de grond niet aan te kopen, doch het
op onteigening te laten aankomen.
De prijs voor de huizen op deze grond wordt zeer hoog. Het
lijkt spreker, dat door de gemeente op het ogenblik wel een
zeer gretig gebruik gemaakt wordt van de gelegenheid om voor
woningbouw grond te kopen.
Wethouder van Haperen is blij, dat deze aangelegenheid in een
gesloten zitting behandeld wordt. Hij is het met de heer
Jongbloed eens, dat de prijs hoog is, maar niet te hoog.Het