Besloten vergadering van de Baad, gehouden na de openbare raadsvergadering op 16 November 1949» Agendapunt 40 van de openbare vergadering: Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot het aanwijzen van een boekhoudkundige, als bedoeld in art.265 der Gemeentewet voor de diverse gemeentebedrijven (Bijlagen 1949 nr.318). De Voorzitter geeft over dit punt het woord aan de Baad. De heer Toxopeus zegt uit het voorstel gelezen te hebben dat de heer Le ülërcq. Benoemd is. Zijns inziens is de situatie zo, dat de Baad op deze benoeming geen sanctierecht heeft. Hier tegenover staat echter, dat Burgemeester en Wethouders verantwoording schul dig zijn over het gevoerde beleid aan de Baad. Spreker verzoekt op de navolgende vragen antwoord te mogen ontvangen: Op de eerste plaats vraagt spreker zich af of door deze benoeming voldaan is aan art.124 der Gemeentewet. Volgens de bestaande juris-prudentie wordt niet alleen deskundigheid geëist op finan cieel gebied, doch ook op administratief rechtelijk gebied. Derhalve is een accountant niet geschikt voor dit soort werk. Op de tweede plaats het verschil in kosten. Vroeger was het verschil tussen het accountantskantoor van van Vlijmen en het Verificatiebureau slechts 50,-. Later heeft dit bureau zijn prijs moeten verhogen. Spreker vermoedt, dat de con- tröle door een particulier duurder is, dan die door het Verificatie bureau. Op de derde plaats vraagt spreker hoe de contröle in grote gemeentfê geschiedt. In de grootste gemeenten gebeurt zulks door gemeente ambtenaren. ^n Tilburg geschiedt de contröle door het Centraal bureau voor verificatie en financiële adviezen der Vereniging van Ned.Gemeenten. Zijn aan dit bureau wel eens economisch^-technische adviezen ge vraagd? Spreker acht het beter dat iemand van het Verificatiebureau steeds op het stadhuis aanwezig is en verzoekt derhalve het Verificatie bureau aan te houden. Wethouder van Houten zegt, dat het vraagstuk van de contröle der gemeente-fïnanoien Tn het algemeen, reeds enkele jaren in studie is geweest. Br is nagegaan of een eigen gemeentelijk accountants kantoor beter en nuttiger kan werken. Een eigen bureau heeft echter de neiging een staf van mensen aan te stellen, waardoor zo'n bureau hoge kosten met zich brengt. Volgens de heer Toxopeus zouden Burgemeester en Wethouders de heer Le Clercq reeds aangesteld hebben. Dit is evenwel onjuist, ^et College verzoekt de Raad aceoord te gaan met de voorgestelde controle-r-verwisseling. Er zijn acht bureaux aangezocht. Alvorens hiertoe over te gaan, is overleg gepleegd met het Ned.Instituut van Accountants (N.I.V.A.) en is gevraagd de helpende hand te bieden om de meest geschikte personen aan te wijzen. Hierna is door het N.I.V.A. een aantal namen opgegeven. Het cardinale punt is evenwel, dat de financiële positie der gemeente steeds inge wikkelder wordt en derhalve steeds moeilijker te controleren. Van het Verificatiebureau kreeg de gemeente nimmer een advies. De heer Toxopeus heeft gevraagd of er wel ooit adviezen gevraagd zijn. Zulks is niet geschied, doch de verificateurs hebben nooit de moeite genomen om eens met de Burgemeester of spreker te komen praten. Het enige wat men deed was cijfers opvragen en die accoord verklaren. Er is eenmaal een advies gevraagd, doch dit bevredigde niet.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1949 | | pagina 532