De heer van Gisbergen vraagt de Voorzitter, wat er moet gebeuren,
als blijlrE, daT~de kosten aanmerkelijk hoger zullen liggen dan de
verwachting thans is. Zou het niet verstandig zijn, het door de
Baad te verlenen crediet iets hoger te stellen, zodat eventuele
tegenvallers niet direct moeilijkheden zullen veroorzaken?
De Voorzitter verklaart onder hilariteit, dat hij deze goede raad
gaarne aanvaardt en nog 100.000,- meer aanvraagt.
De heer Drs.Verhaak verklaart, als medicus zeer dankbaar te zijn
voor de voorfvarëncïheid, waarmede het College deze zaak heeft voor
bereid. Hij verwacht, dat Breda binnen enkele jaren de naam van
medisch centrum zal verdienen. Spreker acht de vestiging van het
sanatorium Klokkenberg voor Breda van nog groter belang, dan de
terugkeer van de K.M.A.
De Voorzitter zegt, dat het gehele College aan deze kwestie met
het grooïsïë enthousiasme medegewerkt heeft. Ook spreker is er van
doordrongen, dat de vestiging van de klokkenberg van de grootste
betekenis voor de stad is.
De heer Brinkerhof heeft hedenavond voor het eerst over deze zaak
gehoord ën Heeft <3us nog geen gelegenheid gehad, zich goed in het
vraagstuk in te werken. Spreker vraagt of de nabijheid van de mili
taire schietbaan geen bezwaar is voor de vestiging van het zieken
huis.
■^e Voorzitter ziet in de schietbaan geen bezwaar. Ze is nogal ver
af en Eet sanatorium ligt niet in de schietrichting. Overigens ver
zoekt hij de heer Brinkerhof geen boze geesten op te roepen, die
vaak de onaangename eigenschap hebben, dat ze later niet meer te
bezweren zijn.
Zonder verdere discussie besluit de Baad machtiging te verlenen
tot het voortzetten der onderhandelingen met de Klokkenberg op de
door de Voorzitter uiteengezette voorwaarden.
De Voorzitter vraagt of de Baad nog iets wenst te vragen over de
verbouwing van het stadhuis. Hij wil daartoe dan nu nog gaarne ge
legenheid geven.
De heer Brinkerhof verzoekt de notulen van de besloten vergadering,
waarin dë vërëëuwTng het eerst ter sprak© is geweest, ter tafel te
brengen.
De Voorzitter zegt niet zeker te weten, of er wel notulen gehouden
zijn. uvërigens vindt hij dit niet belangrijk. Het gaat er om, dat
er in het stadhuis plaats nodig is voor enige goede schilderijen,
welke kunnen dienen als basis van een kunstbezit van de gemeente.
Daarvoor heeft spreker een bedrag van ongeveer 30.000,- aan de
Baad gevraagd.
De Baad heeft daarin destijds toegestemd. Spreker wist wel, dat
Gedeputeerde Staten daarover niet zo erg enthousiast waren. Doch
met de medewerking van Drs.van der Poel is het ook daar in orde ge
komen. Spreker verzoekt de Baad er rekening mede te houden, dat ook
op andere plaatsen dan in de Baad weerstanden zijn te overwinnen.
De verbouwing van het stadhuis is thans af en ziet er goed uit. De
vraag, die heden aan de Baad wordt voorgelegd is: hoe nu verder?
Br is nog geen meubilair, zodat daarvoor dus nog zal moeten worden
gezorgd. Het is niet de bedoeling de nieuwe vertrekken te beleggen
met kostbare tapijten. Het kan eenvoudig zijn, maar het belang van
de gemeente brengt toch wel mee, dat men er een stijlvol geheel van
maakt. Wil de Baad echter geen geld meer voteren, dan zal met het
allereenvoudigste moeten worden volstaan.
- 3 -