54 23 FEBRUARI 1949 De heer BREKELMANS vraagt of het kosteloze zwembad een omheining kan krijgen en uitgebaggerd kan worden. De VOORZITTER zal deze zaak doen onderzoeken. De heer JONGBLOED vraagt te bevorderen, dat de open ter reinen ter weerszijde van de Burgemeester Serrarislaan nog vóór de zomer in een behoorlijke staat worden gebracht. De VOORZITTER zal hier de nodige aandacht aan schenken. De heer KAMPHUYS vindt het een drastische maatregel om alle bomen in de Mauritsstraat te rooien, als er slechts enkele ziek zijn. Spreker wil een waarschuwend geluid laten horen om op deze wijze niet verder te gaan. Wethouder VAN HAPEREN zegt, dat er in de Mauritsstraat 26 bomen stonden, die gerooid zijn, omdat de Raad reeds het vorig jaar daartoe besloten had. Er komt echter iets anders voor in de plaats. De heer BRINKERHOF zegt nog geen antwoord ontvangen te hebben op zijn in de vorige raadsvergadering gestelde vraag be treffende de gasvoorziening in woningen gelegen aan de Rithse- straat en Rijsbergseweg. De VOORZITTER antwoordt, dat deze zaak in behandeling is. De heer VAN EGERAAT merkt op, dat het herhaalde malen is voorgekomen en met name in het Grand-Theater, dat kinderen van 12 jaar en ouder na het begin ener voorstelling, die bedoeld was voor personen van 18 jaar en ouder, met kleine groepjes wor den toegelaten. Spreker vraagt politietoezicht. De VOORZITTER zegt, aan deze zaak bijzondere aandacht te zullen schenken. De heer VAN EGERAAT zegt vervolgens, dat er dagen komen die een geestelijke inhoud met zich dragen. Hij denkt hierbij aan Goede Vrijdag, Eerste Paasdag en Eerste Kerstdag. Spreker is van mening, dat het in het kader van die gedachte minder passend is grote vermakelijkheden toe te laten. Derhalve vraagt hij en met hem een tiental leden van de Raad een verordening te willen ontwerpen en prae-adviezen, waarbij aan de stedelijke bioscopen verboden wordt op genoemde dagen filmvoorstellingen te geven. De heer BRINKERHOF vin^t d*»ze p-pdnchte sympathiek. Hij merkt echter op, dat door de vereniging „Breda Vooruit" een Paas- kermis wordt georganiseerd. De VOORZITTER antwoordt, dat de zaak in beraad genomen zal worden.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1949 | | pagina 54