16 MAART 1949 63 deze gemeente en voor de aankoop en plaatsing van speelwerk- tuigen. (Bijlagen 1949, no. 56). De heer VAN OYEN vraagt of de gemeente ook zorgt voor lei ding en toezicht in de speeltuinen. De VOORZITTER antwoordt, dat deze aangelegenheid door de buurtcommissies geregeld wordt. Wethouder STRUYCKEN zegt, dat de Commissie tot oprichting en instandhouding van speeltuinen en -terreinen deze buurtcommis sies organiseert. De heer MEYS zegt in algemene zin met het voorstel ingenomen te zijn, omdat reeds vroeger gevraagd is om speeltuinen in te richten. Hij vraagt zich af of het wel juist is, dat het Hyacinthplein tot speeltuin wordt ingericht. Spreker is van oordeel, dat dit plein zich niet zo goed voor dit doel leent Het is voor de omwonenden niet prettig een speeltuin voor de deur te hebben. Hij acht het derhalve gewenst punt 3 van het onderhavige voorstel aan te houden om gelegenheid te geven naar een meer geschikt terrein uit te zien. Dat een speeltuin op het Hyacinthplein aan de wens van vele bewoners uit dat stadsdeel voldoet, kan hij zich indenken. In de plaats daarvan had in het voorstel dienen te staan, dat het de wens was van vele omwonenden. Zulks blijkt echter niet het geval te zijn. De omwonenden zijn er zelfs sterk tegen gekant en vragen dan ook om aan hun verzoek te voldoen. Het lijkt spreker echter niet onmogelijk, dat de speeltuin elders geprojecteerd wordt. Hij denkt hier aan de verbindingsweg tussen de Laan van Mecklenburg en de Roy van Zuidewijnlaan of aan de omgeving van de Teolin. Hij zal het op prijs stellen, indien het Hyacinthplein, dat vroeger zo'n fraai aanzicht had, in ere hersteld wordt. De omwonenden zijn zelfs bereid voor het herstel van dit plein een financiële bijdrage te verlenen. De kopers der omliggende panden moesten destijds door de aanwezigheid van dit plein een hogere prijs betalen. Naar aanleiding hiervan kan spreker het voorstel aannemen met uitzondering van het gestelde onder punt 3. De heer KAMPHUYS juicht het voorstel toe, doch mist hierin de Baronielaan. De heer JONKER zegt, dat het voorstel zijn volle instemming heeft. Hij zou echter graag enkele inlichtingen willen hebben. Vol gens het voorstel is rekening gehouden met de financiële positie van de buurtbewoners, zodat in beter gesitueerde buurten minder kosten van inrichting zijn begroot. In werkelijkheid zijn er minder gesitueerde buurten waar de ge meentelijke bijdrage toch het laagste is. Zo is bijvoorbeeld de Schoolakker een woonwijk, die nog in wording is. Spreker vraagt of zulks wel in overeenstemming met het voorstel genoemd kan worden. De heer MEYERS vraagt of de bijdragen uitsluitend aan de speeltuigen besteed worden of ook aan de verfraaiing van de om geving.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1949 | | pagina 63