68 16 MAART 1949 De heer VAN GILS zegt, dat het College overtuigd is, dat de correctie aangebracht moet worden. Nochtans wordt geadviseerd op de wens van adressanten niet in te gaan, omdat de grote grenswijziging van 1942 dermate kort geleden is, dat het aansnijden vanwege het gemeente-bestuur van een nieuwe, zij het kleine ook niet van belang ontblote grenswij ziging, als een onuiste geste zou worden aangevoeld. Spreker voelt niet, dat zulks als een verhindering geldt. Het Buurtschap Heusdenhout moet gezien worden als een aan hangsel van Nieuw-Ginneken. Een dergelijke toestand kan niet blijven voortduren. Dat deze correctie nu wordt vastgehaakt aan de datum 1 Januari 1942, acht spreker onjuist. De bewoners van Heusdenhout hebben bovendien de hiërarchieke weg willen bewan delen en zodoende de Raad niet willen passeren. De heer JONGBLOED is het met de heer van Gils ecnrs r acht het van belang, dat Heusdenhout bij Breda gevoegd wordt. Het „geen ruzie met de buren" acht hij eveneens van betekenis. De Raad behoeft evenwel niet het standpunt van Burgemeester en Wethouders over te nemen. Indien de Raad een dergelijke procedure niet aanhangig maakt, zullen waarschijnlijk Gedeputeerde Staten een dergelijk verzoek van de buurtbewoners niet accepteren. Hier gelden belangen van een mensengroep, welke belangen de Raad wel kan erkennen. Spreker zegt de mening van de heer van Gils te steunen. De heer VAN GILS zegt, dat door de voorzitter in een vorige vergadering over de wijkgedachte gesproken is. De wijk „Heus denhout" ressorteert echter onder twee gemeenten, zodat deze ge dachte hier niet ten volle tot uitdrukking wordt gebracht. Spreker meent, dat de gemeente niet dient te aarzelen deze zaak aan te snijden. De VOORZITTER antwoordt, dat men nauwelijks de grote in greep van 1 Januari 1942 te boven is. Burgemeester en Wethouders zijn derhalve van oordeel, dat op het verzoek niet ingegaan dient te worden. Deze kwestie moet gezien worden als een gevoelskwes tie. De gevoelens staan in het ter tafel liggende voorstel vermeld, zodat hieraan niets toe te voegen is. Spreker wil echter het een en ander aan het beleid van de Raad overlaten. De heer VAN KAMPEN vraagt welke voordelen de bewoners van Heusdenhout aanhalen om bij Breda gevoegd te worden. De heer VAN GILS antwoordt dat deze mensen zich Bredanaars voelen. Bij geboorte, overlijden, verhuizing enz. moeten ze echter naar het gemeentehuis van Nieuw-Ginneken. Deze afstand is veel groter dan die naar het gemeentehuis van Breda. Doch er zijn ook financiële voordelen te noemen zoals de per sonele belasting, electriciteitstarieven enz. Bovendien zitten er voor Breda ook voordelen aan vast. In deze wijk liggen terreinen voor sportvelden, die voor dit doel slechts geëgaliseerd behoeven te worden. De afstand naar deze velden kan geen bezwaar zijn, omdat deze van het centrum van Breda uit gemeten maximum 3 km. bedraagt.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1949 | | pagina 68