72 16 MAART 1949 De heer LABAN vraagt vervolgens of er een afstraling plaats vindt op de lagere ambtenaren nu de top een financiële verzwaring ondergaat. De VOORZITTER zegt, dat zulks niet het geval is. Bij het wo ningnoodbureau met publiek om te moeten gaan, is een zeer zware taak, waarvoor een extra financiële tegemoetkoming dient te wor den verstrekt. Met b.v. een typiste is zulks niet het geval. De heer JONGBLOED vraagt wanneer de verhogingen ingaan. De VOORZITTER zegt, dat de nieuwe salarisverordening vanaf 1 Juli 1948 in werking treedt, onder bepaling, dat de betreffende ambtenaren dezer dienst zullen worden ingeschat op het naast- hogere salaris, wat op gemeld tijdstip genoten werd. De heer VAN GILS vraagt of hier alleen sprake is van de top leiding van het woningnoodbureau. De VOORZITTER antwoordt bevestigend. De heer VAN GILS merkt op, dat bij de Departementen de ad ministrateursrang de hoogste is. De VOORZITTER zegt, dat voor deze rang een andere titel zal komen. Zonder verdere bespreking wordt overeenkomstig het voor stel besloten, behoudens, dat voor de rang „administrateur" een andere titel zal worden gezocht. 22. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot wijziging van de vacantieregeling voor de vaste werklieden. (Bijlagen 1949, no. 69). Dienovereenkomstig wordt besloten. 23. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot wijziging van het ambtenaren- en werkliedenreglement met betrekking tot eerste oefening in militaire dienst van ambtenaren en werklieden. (Bijlagen 1949, no. 66). De heer TEN HOLDER zegt, dat het schijnt voor te komen, dat ambtenaren in los en tijdelijk dienstverband, bij hun terugkeer uit de militaire dienst niet door de gemeente teruggenomen worden. Spreker vraagt of dit volgens het buitengewoon besluit-arbeids- verhouding mogelijk is. Wethouder ROMSOM zegt, dat de ambtenaren, die in militaire dienst worden geroepen na beëindiging van dit dienstverband weer bij de gemeente kunnen komen voor even lange tijd als ze nog te goed hadden tot hun 21 jarige leeftijd. Gedurende die tijd krijgen ze derhalve gelegenheid naar een an dere betrekking om te zien. Zonder verdere bespreking wordt overeenkomstig het voorstel besloten.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1949 | | pagina 72