76 16 MAART 1949 Burgemeester en Wethouders behoort de voorbereidende taak. Evenmin wordt de Raad in dit geval voor een voldongen feit ge steld. Worden deze woningen openbaar aanbesteed, dan bestaat de mo gelijkheid dat een aannemer, die laag inschrijft, de gemeente fi nanciële stroppen bezorgd. Een dergelijke strop is reeds meer voor gekomen. Het College heeft zo'n strop willen voorkomen. De heer VAN GILS zegt, dat genoemde firma een moreel recht op deze huizen kan doen gelden, omdat het een onderdeel van een vroeger door haar aangenomen complex van 228 woningen, is. De heer SPRANGERS vraagt naar de mening van de bouwcom missie. In het voorstel staat vermeld, dat het oordeel der Bouw commissie staande de vergadering zal medegedeeld worden. De VOORZITTER antwoordt, dat hij, als voorzitter der Commis sie, deze vraag reeds beantwoord heeft. Zonder verdere bespreking wordt overeenkomstig het voor stel besloten. 29. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot het beschik baarstellen van een crediet voor riolerings- en bestratingswerk zaamheden ten behoeve van 54 étagewoningen in het Heuvelplan- Noord. Dienovereenkomstig wordt besloten. 30. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot het bouwen van 118 montagewoningen met steun uit 's-Rijks kas ingevolge de Woningwet. (Bijlagen 1949, no. 75). De Voorzitter zegt, dat het voorstel in de Bouwcommissie uit voerig besproken is. Het zou onjuist zijn geweest montage-wonin gen tussen de overige woningcomplexen in het Heuvelplan te pro jecteren. Deze montage-woningen evenwel hebben een bakstenen wand en houten vloeren, waardoor het aanzicht geheel verandert. Deze bezwaren zijn nu ondervangen. De heer VAN OOSTERHOUT merkt op, dat dit type woningen uit een zevental gekozen is. Zowel de vloeren als de balklagen bestaan uit hout. Voor deze woningen is zelfs nog meer hout beschikbaar gesteld dan voor andere woningen. De heer VAN DEN BERG vraagt zich af of het wel verant woord is, dat deze woningen in het Heuvelstraatkwartier gepro jecteerd worden. De heer VAN SWOL vraagt na hoeveel tijd de woningen onbe woonbaar zullen zijn. Indien er straks meer woongelegenheid in de gemeente aanwezig is, zal er een verschuiving plaats vinden naar ruimere woningen. Spreker is het niet eens met het bouwen van dergelijke woningen, omdat er consequenties aan vast zitten. Hij verzoekt dan ook aan deze woningen de uiterste zorg te besteden om voor stroppen behoed te blijven.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1949 | | pagina 76