16 MAART 1949 77 De VOORZITTER antwoordt, dat de woningen de gemeente im peratief opgelegd zijn. Alvorens te beslissen is de waarnemend Di recteur van de Dienst van Openbare Werken in enkele gemeenten de resultaten gaan bezien. Deze zullen wel meevallen. De woningen worden gezet in het bouwgebied van Ir. Peutz en Prof. Granpré- Molière. Ieder van deze bouwkundigen projecteerde de woningen in een hoek van zijn plan. Diever hadden ze deze woningen niet geprojecteerd, doch hieraan kan de gemeente niet ontkomen. De woningen worden gezet door een Bredase Maatschappij, die het op prijs stelt, dat ze in haar vaderstad niet voor schandaal staan. Er zijn nog grote verbeteringen in aangebracht, zodat het geheel wel acceptabel is. Het is aan het uitbreidingsplan te danken, dat er gelegenheid is deze woningen te kunnen plaatsen. De heer VAN OOSTERHOUT zegt, dat de naam montagewo ningen hier eigenlijk niet juist is. Beter is het deze huizen „een voudige woningen" te noemen. De kwaliteit is niet minder dan van andere woningen, terwijl de afwerking goed is. De heer VAN SWOL zegt nog niet gerust gesteld te zijn. De woningen worden toch maar het liefst in een hoek van het bouw gebied gezet. Bovendien zullen de exploitatiekosten zo hoog lopen dat ze een financiële strop worden. Zou het niet mogelijk zijn, dat hoger ge plaatste militairen in Breda komen wonen en daardoor een groter bouwvolume verkregen wordt. De VOORZITTER zegt, dat hiertoe pogingen gedaan zijn, welke nog geen resultaten opgeleverd hebben. Spreker is het met de heer van Oosterhout eens, dat ze niet slecht genoemd kunnen worden. Van deze prefabs is gemaakt, wat mogelijk is en het resultaat is niet onbevredigend. Deze woningen moeten nu eenmaal gezet worden en daarom stelt spreker voor het onderhavige voorstel te nemen. De heer VAN GILS vraagt of dezelfde soort woningen ook in de omgeving van Breda gebouwd zijn. De VOORZITTER antwoordt, dat, voor zover hem bekend is, deze woningen alleen in het Noorden gebouwd zijn. De heer MEYERS vraagt hoelang de levensduur van de mon tage-woningen is. De VOORZITTER antwoordt, dat het permanente woningen worden. De heer DIRVEN zegt, dat de kosten f 38.- per m3 bedragen, zodat ze wel beter mogen zijn, dan andere soorten montage-wo ningen. De VOORZITTER antwoordt, dat ze daarom ook „goed" genoemd worden. De Heer VAN KAMPEN vraagt of deze woningen vlugger ge reed zijn dan gewone woningen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1949 | | pagina 77