16 MAART 1949 81 tering hierdoor in gevaar wordt gebracht, wat kan leiden tot het instorten der slootranden. De VOORZITTER zal hieraan de nodige aandacht besteden. De heer VAN SWOL vraagt welke maatregelen getroffen zijn t.a.v. de huizen aan de Leeuwerikstraat. De VOORZITTER zegt, dat maar één mogelijkheid rest n.l. het kopen dezer panden. De heer VAN SWOL merkt op, dat de bewaker van de opslag plaats van de Dienst van Openbare Werken een slechte woonge legenheid heeft. De VOORZITTER antwoordt, dat een nieuw huis gebouwd zal worden op het nieuwe terrein van deze Dienst. De heer KAMPHUYS vraagt of de schooltandartsendienst reeds werkzaam is. Spreker merkt op, dat de woningen, gelegen aan de Keermans- laan voorzien zijn van stenen vloeren. De bewoners klagen dat zij ten gevolge daarvan ziek worden en rheumatiek krijgen. Spreker acht dergelijke vloeren een gevaar voor de volksgezond heid. De VOORZITTER antwoordt, dit nader te zullen doen onderzoe ken. De heer JONGBLOED zegt dat de raadsverkiezingen vermoede lijk op 22 Juni a.s. zullen plaatsvinden. In verband daarmede vraagt hij of de gemeente in drie kieskringen verdeeld zal worden. Bij de laatste verkiezingen is hiervan afgeweken. Spreker meent, dat het gewenst is, de verdeling der gemeente in drie kieskringen bij raadsbesluit te doen vaststellen. De VOORZITTER antwoordt, dat inderdaad de gemeente in drie kieskringen verdeeld wordt. De heer VAN DEN BERG zegt, dat door het Rijk toestemming is verleend de pensioenen te verhogen. De pensioenen zouden vanaf Januari 1947 verhoogd worden, waar toe de Raad een voorstel gedaan zou worden. Spreker vraagt naar dit voorstel. De VOORZITTER zal hiernaar informeren. De heer VAN EGERAAT zegt, dat de pensioengerechtigden die over 1947 en 1948 recht hadden op de pensioensverhoging, deze in 1949 tegelijk uitbetaald krijgen. De Inspecteur der directe belas tingen beschouwt de uitkering als één belastbaar inkomen over 1949 in plaats van over drie jaren. Zulks is echter voor deze belastingbetalers nadelig. Het kan ech ter voorkomen worden, indien een bewijs verstrekt wordt, dat het totaal bedrag beschouwd moet worden als een uitkering over drie jaren.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1949 | | pagina 81