86 30 MAART 1949 dat tennisspelers zoveel pretenties hebben. Niet alleen tennist men voor plezier, doch men tennist het meest in de ochtenduren en 's-middags na 6 uur. Op deze tijden is genoemd lawaai van geen betekenis. Hierbij komt nog, dat nu hetzelfde wordt voorgesteld, als waar toe in de raadsvergadering van 23 Februari j.l. besloten is. Gede puteerde Staten van Noord-Brabant hebben echter, blijkens hun schrijven van 16 Maart j.l. G. nr. 6149, 3e afd. goedkeuring ont houden aan het laatst bedoelde besluit. Zij stelden zich daarbij op het standpunt, dat de gemeente in deze niet als geldschietster dient op te treden. Om naar aanleiding hiervan niet geheel terug te moeten treden, stelt het College de Raad nu voor de aanleg zelf ter hand te nemen. Het hieraan verbonden risico acht spreker niet groot. In ver band met de bezwaren, door de heer van Gils naar voren gebracht, merkt hij op, dat dit de eerste maal is, dat door de gemeente ten nisbanen aangelegd worden. De meeste banen liggen bij het bos. Dit complex komt nu in het centrum der stad. Het is hem niet be kend of er nog mogelijkheden elders zijn. In dit geval is slechts sprake van het bieden van de helpende hand om ze tot stand te kunnen brengen. Het initiatief om in andere stadsdelen banen te projecteren dient uit te gaan van in die delen bestaande clubs, welke daarvoor de noodzakelijkheid zullen hebben aan te tonen. De heer VAN GILS merkt op, dat vele Bredanaars naar de „Warande" gelegen in de gemeente Oosterhout gaan om daar te kunnen tennissen. Spreker maakt hieruit op, dat er in de gemeente een tekort aan banen bestaat. Wethouder STRUYCKEN vindt het geen bezwaar, dat Breda naars in Oosterhout gaan tennissen. De heer VAN GILS ziet hierin toch een reden om ook in andere stadsdelen banen te laten aanleggen. Wethouder STRUYCKEN antwoordt, dat dit geen taak voor de gemeente is. Indien zulks noodzakelijk is, dan dient het particulier initiatief hierin te voorzien. Hier is een ondernemer, die reeds tennisbanen exploiteert. Deze heeft nu gevraagd hem door de moeilijkheden, om dit complex tot stand te kunnen brengen, heen te helpen. Spreker acht het niet juist, dat de gemeente tennisbanen-exploitante wordt. De heer VAN GILS zegt, dat veel mensen niet voldoende kapi taalkrachtig zijn om zelf banen aan te leggen. Wethouder STRUYCKEN antwoordt, dat zulks ook niet noodza kelijk is. Tennisbanen zijn nog steeds een rendabel object gebleken en er zijn altijd personen te vinden, die financieel willen helpen. In dit geval is het de gemeente die helpt. De heer JONGBLOED zegt, dat, toen de Raad het vorig jaar het besluit nam om de heer van Brink te helpen tegelijk de huur van het zwembad „het Ei" verlengd is. Deze verlenging is natuurlijk nu ook vervallen

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1949 | | pagina 86