116 12 APRIL 1950 Wjethouder ROMSOM zegt, dat zulks o.a. bij do Etna wel het geval is. De heer VAN SWOL zegt, dat aan de door Wethouder Romsom opgesomde lijst ook de P.T.T. toegevoegd kan worden. Ook dit per soneel is reeds doorgelicht. Wethouder ROMSOM merkt op, dat hier slechts sprake is van een doorlichting. Bij het gemeentelijk onderzoeik krijgt men ook nog een B.C.G.-injectae. Gebeurt zulks niet, dan is het onderzoek niet volledig. De heer KAMPHUYS vraagt hoeveel personen boven de 12 jaar voor doorlichting in aanmerking komen. Wethouder ROMSOM antwoordt dat het aantal ongeveer 65000 bedraagt. De heer VERHAAK zegt, dat er bij een zielental van 90.000 plm. 2000 per levensjaar afvallen. In totaal vermindert het aantal dus met 12 x 2000 of 24000, zodat er rond 65000 personen voor door lichting! resitleren. De onkosten worden uit de volgende bronnen van inkomsten bestreden: 1. de vrijwillige bijdrage van 1.per persoon. De propagandis ten, die iedere wijk zullen bezoeken, geven waardebonnen af. Er zijn ook middenstanders die voor hun huisgenoten waardebon nen gekocht hebben. 2. De garantie van de gemeente tot 30.000. 3. De bijdragen van de ziekenfondsen en 4. De bijdrage van het prophilaxefonds. De inkomsten zijn voldoende om het plan te doen slagen. Wethouder ROMSOM zegt, dat de middenstand voor deze zaak veel animo heeft. Vele middenstanders hebben reeds 1.be taald. Bovendien zijn er, die voor hun huisgenoten betalen. Bij de middenstand heerst hiervoor dus ook activiteit. Zonder verdere bespreking wordt overeenkomstig het voorstel besloten. 8. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot vaststelling van een partieel uitbreidingsplan Kerkcentrum Rozenkransparo chie (Meidoornstraat)". (Bijlagen 1950 nr. 113.) De heer BRINKERHOF zegt, dat ter plaatse straten geprojec teerd zijn met! een rijwegbreedte van 5.20 Meter. Bij huwelijken en begrafenissen is daar evenwel veel autoverkeer te verwachten, zodat naar sprekers mening de straten te smal zijn. Hij verzoekt de haakse hoeken aan de Lariksstraat, Plataanstraat en de straat naar de kerk af te ronden en niet te bebouwen. De VOORZITTER wil met dit verzoek rekening houden. Zonder verdere bespreking besluit de Raad overeenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders, met in achtneming van het verzoek van de heer Brinkerhof.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1950 | | pagina 116