12 APRIL 1950 121 18. Prae-advies van de Burgemeester en Wethouders op een verzoek van het bestuur der R.K. Jongensschool aan de Nieuwe Huizen om op grond van het bepaalde ex. art. 72 der L.O.wet 1920 gelden toe te staan voor diverse ten behoeve zijner school te treffen voorzieningen. (Bijlagen 1950 nr. 117.) De heer BRINKERHOF heeft becijferd dat ten behoeve van dit schoolgebouw de laatste 4 jaren (van 1945 tot en met 1949) 25.769.zijn uitgegeven. Spreker vindt dit een zeer hoog bedrag. Wethouder STRUYCKEN antwoordt, dat het hier een oud schoolgebouw betreft. Een dergelijk gebouw heeft jaarlijks een groot bedrag voor onderhoud nodig. Spreker kan de noodzaak der voorzieningen niet beoordelen. Dit doen deskundigen. Het is evenwel niet gewenst de school te ver waarlozen. Toen dit gebouw overgenomen werd van de gemeente, verkeerde het in een slechte staat. Spreker meent, dat deze uit gave verantwoord is. De heer JONGBLOED vraagt of de Commissie van Bijstand gehoord is. Wethouder STRUYCKEN antwoordt bevestigend. De Commissie wordt echter niet voor alle gevallen gehoord. De heer JONGBLOED verzoekt in de toekomst in de prae-ad- viezen tot uiting te laten komen, dat de Commissie gehoord is. Zonder verdere bespreking besluit de Raad overeenkomstig het prae-advies. 19. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot beschikbaar stelling van een credlet voor het aanbrengen van nieuwe verlich- tingsomamenten in het lagere schoolgebouw aan de Middellaan. (Bijlagen 1950 nr. 124.) De heer MEYS heeft vernomen, dat bij de onderhavige stukken geen specificatie der kosten gevoegd is. De meeste raadsleden hebben geen gelegenheid gehad de ter visie gelegde raadsstukken in te zien in verband met Goede Vrijdag, Paaszaterdag en de beide Paasdagen. Had men echter hiertoe wel gelegenheid gehad, dan zou men geen specificatie aangetroffen hebben. Spreker verzoekt derhalve het) voorstel aan te houden. Wethouder STRUYCKEN antwoordt, dat het de bedoeling is, dat alle schoollokalen van nieuwe verlichtingsomamenten worden voorzien. De Commissie van Bijstand heeft de oude verlichting ge zien en oordeelde, dat deze voorziening noodzakelijk is. Voor het gehele gebouw zijn minstens 4 x 12 ornamenten nodig. Spreker heeft geen bezwaar het voorstel aan te houden, daar door de naderende zomer het aanbrengen der nieuwe ornamenten niet urgent te noemen is. De gevraagde specificatie is echter zeer eenvoudig. De heer MEYS meent, dat de raadsleden recht hebben op deze specificatie, opdatj zij zelf in staat zullen zijn de noodzakelijkheid te kunnen beoordelen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1950 | | pagina 121