12 APRIL 1950 127 De heer JONGBLOED zegt tegen het voorstel geen bezwaar te hebben, indien de exploitatie-opzet zodanig is om straks de prijs van de koeling zo laag mogelijk te kunnen houden. De VOORZITTER bevestigt dit. Zonder verdere bespreking besluit de Raad overeenkomstig het voorstel. 27. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot verpachting van een tuinderij met bijbehorende gronden aan de Lachapellestraat aan B. J. Maas. (Bijlagen 1950 nr. 119.) Dienovereenkomstig wordt besloten. 28. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot voortzetting van de verhuur van een gedeelte loswal aan de Nieuwe Prinsenkade aan de N.V. Huysers' Boten. (Bijlagen 1950 nr. 128.) De heer KRAMERS zegt, dat de laatste tijd het Gemeentebestuur er op uit is het oude Kasteel in het zicht te krijgen. Nu wordt op de Nieuwe Prinsenkade over een strook van 10 M. breedte het materiaal zo hoog opgestapeld, dat het Spanjaards Gat niet meer te zien is. Het is echter zeer moeilijk om betrokke nen een andere gelegenheid te bieden. Zouden Burgemeester en Wethouders een oplossing willen zoeken om de loswal naar een ander gedeelte der stad over te plaatsen bijv. naar de Belcrum? Bovendien betekent deze plaats als loswal toch niet meer zo veel. De VOORZITTER ziet in deze losplaats iets levendigs en zelfs een attractie. Het lossen op deze plaats stoort spreker niet. Hij durft trouwens deze loswal ook niet te verplaatsen. Het Kasteel dient vanuit het Valkenberg beter in het zicht gebracht te worden door het rooien van zich aldaar bevindende bomen. De heer KRAMERS merkt op, dat bij de Haven het lossen toch ook verdwenen is. Toen zijn de nu door de Voorzitter naar voren gebrachte argumenten ook niet naar voren gekomen. Spreker zal graag zien, dat Burgemeester en Wethouders het een en ander in overweging nemen. De VOORZITTER zegt, dat deze kwestie over 2 jaren nader be zien zal worden. De heer KRAMERS vraagt of Burgemeester en Wethouders dit „in de toekomst" willen bezien. De VOORZITTER zegt, dat, indien de loswal verplaatst zou worden, dit niet zou geschieden om het motief, dat het Kasteel in het zicht gebracht moet worden. Zonder verdere bespreking besluit de Raad overeenkomstig het voorstel. 29. Begrotingswijziging 1950. Dienovereenkomstig wordt besloten.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1950 | | pagina 127