128 12 APRIL 1950
30. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot uitbreiding
van de Bouwcommissie met een vrouwelijk lid. (Bijlagen 1950
nr. 103.)
De VOORZITTER verzoekt de Raad een vrouwelijk lid aan te
wijzen.
De heer MEIJS stelt voor Mej. Koppelaar te benoemen.
Zonder verdere bespreking besluit de Raad Mej. J. P.
Koppelaar te benoemen tot lid der Bouwcommissie.
De VOORZITTER vraagt of Mej. Koppelaar bereid is de benoe
ming te accepteren.
Mej. KOPPELAAR aanvaardt de benoeming.
31. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot delegatie van
de bevoegdheid tot inbreng van bepaalde percelen in het gemeente
lijk grondbedrijf. (Bijlagen 1950 nr. 126.)
Dienovereenkomstig wordt besloten.
32. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot goedkeuring
van een wijziging van de begroting 1949 van het Burgerlijk Arm
bestuur. (Bijlagen 1950 nr. 131.)
De heer MEIJS zegt, het onderhavige voorstel niet gezien te
hebben. Hij verzoekt derhalve dit agendapunt aan te houden.
De heer JONGBLOED merkt op, dat agendapunt 29 belangrijker
is dan dit punt. Bij eerstgenoemde wijzigingen was o.a. een brief
van Gedeputeerde Staten.
Spreker kan de heer Meijs de verzekering geven, dat hier slechts
sprake is van een af- en overschrijving binnen het raam van de
begroting van het Burgerlijk Armbestuur.
De heer MEIJS wenst het voorstel aan te houden.
Zonder verdere bespreking besluit de Raad het voorstel
aan te houden.
33. Voorstel tot vaststelling van een wijziging van de Algemene
Salarisverordening (gemeenteblad no. 1103) en tot vaststelling van
de Bezoldigingsverordening Ambtenaren 1948. (Bijlagen 1950 nr.
120.)
34. Voorstel van Burgemeester en Wethouders inzake regeling
van de rechtspositie en de salariëring van de administratieve amb
tenaren en de bedienden van de gemeentepolitie. (Bijlagen 1950
nr. 121.)
35. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot vaststelling
van een nieuwe loonverordening voor de vaste en voorlopig aange
stelde werklieden in dienst der gemeente Breda. (Bijlagen 1950
nr. 114.)