12 APRIL 1950 131 Hier werden moeilijkheden ondervonden. De Voorzitter heeft echter deze moeilijkheden weten te couperen. De onderhavige voorstellen hebben bij voorbaat de goedkeuring van het Dep. van Binnenl. Zaken en Ged. Staten. Spreker wil de Chef en het personeel van het Vie Bureau der gemeente-secretarie dank brengen voor de betoonde voortvarendheid. Wethouder VAN HOUTEN zegt, dat, indien de Raad deze voor stellen niet zou accepteren, het College in tijdnoot komt. Op de begroting 1949 staat voor de uit deze regelingen voortvloeiende kosten een stelpost van 80.000.Deze begroting moet echter op 30 Juni a.s. afgesloten worden. Op de begroting 1950 staat hier voor een stelpost ad 100.000.Voor deze post is nog tijd vol doende over. Na 1 Juli a.s. zal derhalve het College niet meer over het bedrag ad 80.000.kunnen beschikken. De totale kosten be dragen 200.000.n.l. 180.000.aan salarissen en lonen en 25.000.— aan pensioenen. De VOORZITTER zegt, dat zowel de provinciale als de departe- ments-ambtenaren zeer welwillend waren. Hem rest derhalve ook hen in de gebrachte dank te betrekken. Over deze materie kon beter gesproken dan geschreven worden. De heer VAN SWOL vraagt, welk gedeelte van het totaal bedrag de ambtenaren en welk gedeelte de werklieden toegewezen krijgen. De meteropnemers, le klasse, worden in hun salaris van 2900.- tot 2600.teruggebracht. Spreker vraagt of de nog resterende periodieke verhogingen blijven doorlopen of afgeremd worden. Wethouder ROMSOM' zegt, dat tijdens de bezetting deze groep van werklieden tot ambtenaren bevorderd zijn. Dit was echter een psychologische fout, die nu hersteld wordt. Ze behouden hun ver worven rechten. Geen enkel lid van het Georganiseerd Overleg heeft deze wijziging kunnen voorkomen. Om deze zaak niet in het honderd te laten lopen, heeft men ge meend ze te moeten stellen zoals van bovenaf geeist wordt. De heer VAN GILS vraagt of de normen getoetst zijn aan die van gelijksoortige gemeenten. Wethouder ROMSOM antwoordt, dat de ter tafel liggende normen voor het gehele land gelden. Zonder verdere bespreking besluit de Raad overeenkomstig deze voorstellen. De heer van Swwol wenst geacht te worden te hebben tegenge stemd. 36. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot het verlenen van eervol ontslag aan de heer J. B. Resenk alls leraar aan de ge meentelijke Ambachtsschool en de gem. Avondschool voor am bachtslieden. (Bijlagen 1950 nr. 104.) Dienovereenkomstig wordt besloten. 37. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot uitkering

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1950 | | pagina 131