134
12 APRIL, 1950
De heer VAN SWOL vraagt of de Voorzitter inzake het uit
smeren der huren de bedoeling heeft de bestaande huren te
verhogen.
De VOORZITTER wil dit wel proberen.
De heer VAN SWOL merkt op, dat de 15% huurverhoging niet
voor nieuwe woningen geldt. De onderhavige verhoging echter op
deze manier wel.
De VOORZITTER antwoordt, dat de verhoging mogelijk slechts
op nog niet bewoonde woningen wordt toegepast.
De heer BRINKERHOF zegt, dat hedenmorgen in de vergadering
der Bouwcommissie over de ter tafel liggende zaak lang en breed
gesproken is.
De aanbesteding is tegengevallen. Van de zijde der aannemers
was grote belangstelling. Spreker is van mening, dat van opzet
geen sprake is. Bovendien kan de bouwnijverheid' best wat werk
gebruiken. Elke aannemer verlangt naar werkobjecten. De huren
der woningen volgens het plan Openbare Werken komen op 5.70
per week. De huren van de étagewoningen volgens het plan Ir
Peutz bedragen 5.Spreker is het met de Voorzitter volkomen
eens, dat de huren uitgesmeerd moeten worden over de woningen,
die nog' niet bewoond zijn. De woningen, die wol bewoond zijn,
behoren niet in deze uitstrijking betrokken te worden.
Tot slot geeft spreker aan de Raad de verzekering, dat aan het
onderhavige voorstel volle aandacht besteed is.
Zonder verdere bespreking besluit de Raad de door de
Voorzitter gevraagde credieten te verstrekken.
Vervolgens stelt de VOORZITTER voor de beantwoording van
vragen, door raadsleden in vorige vergaderingen gesteld, en de
rondvraag, in verband met het late uur, tot de volgfende vergade
ring uit te stellen.
Dienovereenkomstig wérdt besloten.
Hierna sluit de Voorzitter d'e vergadering.
De Secretaris,
De Voorzitter,