17 MEI 1950
141
De( VOORZITTER antwoordt, dat op 29 April de wijze van
mededeling van de hem toegekende onderscheiding, in de kring van
zijn naaste medewerkers, n.l. de secretaris, de wethouders, de
fractie-voorzitters van de Raad en de hoofden van de verschillen
de diensten en bedrijven, hem zeer had getroffen. Ook deze geste
van vriendschap van de Raad wordt door hem zeer op prijs ge
steld. Als hij bij bijzondere gebeurtenissen dit onderscheidings
teken zal dragen, zal hij zich steeds deze vriendschap herinneren.
Tenslotte merkt spreker op, dat de vogels met de mooiste veren
het eerst worden beschoten.
Hierna wordt overgegaan tot de behandeling van de agenda.
1. Vaststelling der notulen van de vergaderingen van 22 Maart
en 12 April 1950.
De heer MEIJS merkt op, dat in de notulen van 12 April 1950,
blz. 108, staat vermeld, dat hij uiteindelijk heeft ingestemd met het
verlenen van een aanvullend crediet voor de kwitantiemachines.
Hij meent zich echter te herinneren, dat hij verklaarde geacht te
willen worden t« hebben tegengestemd.
Met inachtneming van deze wijziging worden de notulen
goedgekeurd en vastgesteld.
2. Berichten van Gedeputeerde Staten houdende goedkeuring van
raadsbesluiten.
1. Schrijven van Ged. Staten d.d. 3 Mei 1950, G nr 33630, waar
bij goedkeuring wordt verleend aan het besluit' van de Raad van
12 April 1950, betreffende het verpachten van percelen bouwland
aan B.. J. Maas te Breda, Lachapellestraat 14.
2. Schrijven van Ged. Staten dd. 29 Maart 1950, G nr 31534,
waarbij goedkeuring wordt verleend aan het besluit van B. en W.
dd. 7 Februari 1950, betreffende het verpachten van percelen
bouwland aan C. Mulders te Breda, Oranjeboomstraat 402.
3. Schrijven van Ged. Staten dd. 12 April 1950, G nr. 32384,
waarbij goedkeuring wordt verleend aan het besluit van B. en W.
dd. 27 Maart 1950, betreffende het verhuren van het huis en erve
plaatselijk gemerkt gemeente Breda, Dijklaan 2, aan de Staat der
Nederlanden.
4. Schrijven van Ged. Staten dd. 1 Maart 1950, G. nr. 29870,
waarbij goedkeuring wordt verleend aan het besluit van de Raad
dd. 16 Februari 1950, betreffende de verkoop van een bouwter
rein, gelegen aan en nabij de, van Rijckevorselstraat, aan de N.V.
Technisch Bureau voor economisch Kolenverbruik v.h. Asselbergs
en Nachenius.
5. Schrijven van Ged. Staten dd. 19 April 1950. G. nr. 31752,
waarbij goedkeuring wordt verleend aan het besluit van de Raad
dd. 2*8 September 1949, betreffende de aankoop van diverse per
celen grond van A. van Eijck, A. P. Oomen en A. J. Oomen, alle
wonende te Breda, resp. Parkstraat 2 en Dillenburgstraat 39.
6. Schrijven van Ged. Staten dd. 12 April 1950, G. nr. 32315,
waarbij goedkeuring wordt verleend aan het besluit van de Raad
dd. 16 Februari 1950 betreffende het in erfpacht uitgeven van een
gedeelte van het binnenterrein, gelegen aan de Rijnstraat, aan O.
Bos, Taxandrialaan 1 te Breda.
7. Schrijven van Ged. Staten van 19 April 1950, G. nr. 32678,
waarbij goedkeuring wordt verleend aan het besluit van de Raad