17 MEI 1950 143 van deze commissie tot voorlopige vaststelling van de rekeningen der gemeente en der takken van dienst over het jaar 1948 over lie gaan. Hij brengt de leden dank voor de door hen verrichte werkzaamheden. Dienovereenkomstig wordt besloten. 4. Schrijven van Burgemeester en Wethouders daarbij ter goed keuring aanbiedende de rekening en verantwoording over 1949 van de Stichting ,,Oude Mannenhuis". (Bijlagen 1950, no. 141.) De VOORZITTER stelt voor deze stukken voor het instellen van een onderzoek en tot het uitbrengen van een rapport in han den te stellen van een Commissie, bestaande uit de heren J. J. van Oijen, J. J. Kamphuijs en D. J. A. Kramers. De Raad besluit overeenkomstig het voorstel van de Voorzitter. 5. Prae-advies van Burgemeester en Wethouders op de adres sen van de sub.commissie van de Nationale Commissie tegen het Alcoholisme e.a. inzake het maximum der vergunningen en der verloven A. (Bijlagen 1950, no. 142.) De heer KRAMERS kan zich met het prae-advies van Burge meester en Wethouders verenigen. Toch vraagt hij zich af, of in de toekomst de zaak niet opnieuw zal moeten worden bezien. Toen het Kroonmaximum van 100 werd vastgesteld, had de ge meente ongeveer 50.000 inwoners. Over enige jaren zal zij wellicht reeds meer dan 100.000 inwoners tellen. Dan zal een blijvend maxi mum van 100 een scheve situatie doen ontstaan. Verhoging van het Kroonmaximum zal dan vermoedelijk wenselijk blijken. Hij verzoekt daarom Burgemeester en Wethouders over vijf jaar deze kwestie opnieuw te willen bezien. De heer RATTINK stemt eveneens in met het uitgebrachte prae- advies. Nochtans is het zo, dat dikwijls vele wegen naar Rome leiden. Zijn gedachtegang om dit voorstel te ondersteunen wijkt af van die van Burgemeester en Wethouders, al is het resultaat hetzelfde. Hij wijst op het sterk toegenomen gebruik en misbruik van ster ke drank. In 1939 bedroeg dit gebruik 1.57 liter, per hoofd van de bevolking, in 1948 2.87 liter en in 1949 3.31 liter; dit is dus ruim tweemaal zoveel als in 1939. Helaas draagt ook d© jeugd in dit gebruik bij. Het komt zelfs voor, dat bij schoolfuif jes alcohol houdende dranken worden gebruikt. Tot de taak van de overheid behoort de bevordering van de gezondheid van het individu en de gemeenschap. Spreker doet daarom een beroep op Burgemeester en Wethouders maatregelen te nemen ter beperking van het drankgebruik. De heer VAN DEN EEDEN onderschrijft de woorden van de heer Rattink. Het euvel van het zo sterk toegenomen drankgebruik blijkt bijvoorbeeld uit het gebruik daarvan door de jeugd, maar ook uit het feit dat gehuwde vrouwen niet meer zo als vroeger wel eens een likeurtje nemen, maar borrels cirinken als eien man. Het geld, aan sterke drank uitgegeven, zou beter omgezet kunnen

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1950 | | pagina 143