150 17 MEI 1950 enkele reden de klokken niet in Nederland te bestellen. Hij zou gaarne zien dat een advies terzake, als door de heer Meijs voorge steld, zou worden ingewonnen. De heer JONGBLOED vraagt zich af waar de economische samenwerking van West-Europa blijft, wanneer men tolmuren gaat oprichten en een protectionistische handelspolitiek voert. Nu het gaat om de verdere aanvulling van een ten dele nog aanwezig klokkenspel van Johnston, wil hij niet gaarne een risico lopen. Hij zou de knoop het liefst doorhakken en het klokkenspel in Enge land bestellen. De heer COSIJN meent als vakman het experiment van een klokkenspel met klokken van verschillende firma's te moeten ontraden. Ging het om een geheel nieuw carillon, dan zou hij aan een Nederlandse firma de voorkeur geven; nu zijn wij echter ter verkrijging van een harmonisch geheel op Gillet en Johnston aan gewezen. De VOORZITTER beveelt de raad aan het advies van de heer Cosijn te volgen. Ook de beiaardier zag het liefst dat de klokken bij Johnston werden besteld: hoe zal deze de klokken moeten bespe len, als 't timbre niet juist is. Spreker is destijds secretaris geweest in 's Hertogenbosch van de commissie, die met de werkzaamheden voor de vernieuwing van het klokkenspel aldaar was belast. Zo leerde hij de naam van de firma Johnston kennen. Ook Dr. Caspari uit 's Hertogenbosch heeft hij nog over deze aangelegenheid ge sproken. Het advies was: nu ook weer bij Johnston bestellen. Bovendien wil hij erop wijzen, dat de tijd ontbreekt om nog een uitgebreid onderzoek in te stellen: de firma Johnston wil zijn prijzen nog maar een maand handhaven. De heer MEIJS merkt op dat de klokken niet voor de klokkenist maar voor de stad worden gekocht. Hij zou voor het idee van de heer Jongbloed voelen, wanneer de klokken in het buitenland goed koper zouden zijn. Hij onderstreept nogmaals zijn gedaan voorstel om de Klokkenraad te horen. Mocht deze er bezwaar teigen maken om de klokken in Nederland te doen vervaardigen, dan kan de order nog bij Johnston geplaatst worden. De VOORZITTER zegt zo juist de mededeling te krijgen, dat destijds de Nederlandse Klokkenspelvereniging is gehoord, hetgeen hem ontgaan was. Deze adviseerde als thans door Burgemeester en Wethouders wordt voorgesteld. De heer MEIJS hecht zeer veel waarde aan een advies van de Klokkenraad, als de ter zake meest deskundige instantie in Neder land. De heer SCHIJEN merkt op, dat het Bredase carillon niet geheel van Gillet en Johnston is: deze hebben het oude klokkenspel in 1929 slechts ten dele vernieuwd. Daarenboven zou de duur van de resonantie van de' discantklokr ken van Johnston niet feilloos zijn. De Nederlandse klokkengieters zouden nu er in geslaagd zijn deze fout te vermijden. Waar het bij het stedelijk carillon thans gaat om aanvulling van discant-klok ken, schijnt het hem toe, dat deze het beste in Nederland kunnen worden besteld.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1950 | | pagina 150